Goemiddag Bekkieboekvriendjuhs, De bedevaart 6. Ons kapelaantje - TopicsExpress



          

Goemiddag Bekkieboekvriendjuhs, De bedevaart 6. Ons kapelaantje was zo woest na de vuurzee tijdens de lichtprocessie dat hij de hele terugweg naar het ‘interneringskamp’ heeft lopen tieren. Het was net geen vloeken, ik denk dat zijn grote baas hem hiervoor behoedt heeft. Uiteraard ging bij ons dat getier van hem het ene oor in en het andere oor uit, bikkels als we waren. Moe gewandeld kwamen bij het kamp aan en zonder grappen of grollen (de eerste en enige nacht) gingen wij gedwee ten bedde, de volgende ochtend wachtte ons een heuse bergwandeling in Pau, bekend van de Neerse misdienaars en De Tour De France. Na een overheerlijk ontbijtje: droog stokbrood met stinkende kaas of vieze jam werden we in de bus gedreven om richting Pau te vertrekken. De kapelaan schreeuwde het letterlijk uit tijdens deze bergrit. Elke bocht die de bus nam werd vergezeld van verzoeken richting hemel opdat we maar niet van zo’n berg af knikkerde. In Pau aangekomen viel ons oog op een rij (muil)ezels en wat krakkemikkige paarden. Die wilden wij uiteraard graag huren om die verrekte berg te beklimmen. “Nee,” riep de kapelaan, “jullie zijn jong en sterk en kunnen gemakkelijk die berg op lopen.” Hij dacht er niet aan dat wij al bijna een week op droog stokbrood en water leefden en lichamelijk nagenoeg uitgeput waren. Enfin, de voetreis begon. De goede man had weer een fantastische route uitgekozen namelijk het pad waar de echte ezels naar boven sjokten. Het hele pad bestond uit een dikke laag ezelstront en wij moesten over het rotsachtige randje lopen om niet tot onze knieën in de ezeldrek terecht te komen. Vlak voor een van de talloze bochten kreeg ik een aanval van gekte. Met mijn armen wijd gespreid rende ik al gillend: “ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig” de bocht door. Ik had uiteraard niet gezien dat er een dame in stralend wit op een muilezel de berg aan het afdalen was. Die muilezel zag me, stopte en begon te steigeren en hoppaaaaaa, daar vloog de dame in het wit languit de ezelstront in. Jezus, wat was dat mens kwaad op mij. Haar witte jurkje door en door gesopt in ezelkak begon ze tegen mij in het Frans te schelden. Boeien? Nee hoor ik verstond er geen bal van en liep gewoon door naar boven. De Spuit kwam niet meer bij van het lachen. We waren boven, althans zo vond de kapelaan maar voor ons lag een grote, witte gletsjer uitnodigend te wachten met aan het einde een ik weet niet hoe hoge waterval. Daar moesten wij zijn! Voor zover ik het me herinner bestond ons groepje uit: Leon Luijten, mijn neven Har en Lei Winkelmolen, De Spuit, ik, zei de gek en nog een stuk of 4 personen. Wel gaaf zo’n ijsbaan terwijl het lekker warm was en al ras waren wij bij ons einddoel, de afgrond waar de waterval zich instortte. Die kloof was zo diep dat je de bodem niet eens kon zien en wij stonden vol bewondering op de rand van die afgrond te dollen en deden alsof we ons naar beneden wilde storten. Ineens een gevloek op zijn Frans en daar kwam hij aan te gelopen. ‘Jean Francois de bergbeklimmer.” Het was zo’n hele echte met klimijzers onder zijn voeten, kilometers touw om zijn lijf gedraaid, een helmpje op en in zijn hand had hij zo’n pikhouweel alwaar mee hij al prikkend zich een weg baande over de gletsjer in onze richting. Toen hem duidelijk werd dat wij zijn Frans geraas niet begrepen ging hij over in gebrekkig Engels en vertelde ons dat dit verboden gebied was en alleen heel ervaren bergbeklimmers daar mochten komen. Wat een blaaskaak met zijn houweeltje, vonden wij maar de man dirigeerde ons naar beneden. Plotseling, zowat midden op de gletsjer waren we De Spuit kwijt. Wij aan het roepen maar we kregen slechts onze eigen echo als antwoord. We hebben zowat een kwartier geroepen en rondgekeken maar geen Spuit. Plotseling kwam die koekwaus uit een spleet, onder de gletsjer uit te gekropen en lachte zoals alleen hij dat kon: “jongens, waren jullie mij soms aan het roepen? Hahaha, daar had ik me eventjes goed verstopt hè.” Op dat moment konden we hem wel schieten maar later hebben we nog vaak smakelijk gelachen om die streek. Ik wil deze episode dan ook opdragen aan Hans Frenken die ons helaas veel te vroeg ontvallen is. Wordt vervolgd. Ik wens u een fijne en gletsjervrije dag toe. Avé
Posted on: Sun, 18 Aug 2013 12:05:24 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015