Lieve vuilnisman, Maandag is wasdag. Ik doe alle was bij elkaar - TopicsExpress



          

Lieve vuilnisman, Maandag is wasdag. Ik doe alle was bij elkaar en sjouw de mand naar beneden. In de woonkamer zit Moeke in haar peignoir met haar haren rechtovereind en een kopje koffie in haar hand. Bart heeft vakantie, en dus zit hij met 2 mannen in het kantoor te vergaderen (???) Moeke wil hen niet lastig vallen dus zit ze in haar roze peignoir moederziel alleen op de bank. Ik neem haar mee naar de keuken. De deur van het kantoortje is dicht en wij gaan gewoon onze eigen gang. Ik ben aan het multi-tasken: was in de machine, honden uit de garage halen, koffie maken voor de heren (met iets lekkers erbij natuurlijk) eten maken voor de honden, parasol opzetten buiten en de kussens in de stoelen, wit boterhammetje voor Moeke maken, (zelfgemaakt) krentenbrood voor mezelf maken, koffie voor Moeke en thee voor mezelf, ik gooi alle ingrediënten voor mijn bruin brood in de machine en zet die aan. Ik kan even ademhalen en ga naast Moeke aan tafel zitten. We eten ons boterhammetje en kijken naar buiten. Ik ga altijd náást Moeke zitten want dan hoef ik haar niet aan te kijken als ze eet. Ze praat namelijk gewoon door terwijl ze eet, en met een boterhammetje met tonijnsalade in haar mond en geen boventanden, is dat geen aangenaam gezicht. Ik geef nog snel een rondje koffie weg en ga door met mijn gedoe. We krijgen vanmiddag bezoek dat blijft eten, dus ik wil nog boodschappen doen. Het is prachtig weer voor mij, maar niet voor Moeke. Ze had veel last van haar hart gisteren. Ze voelde haar hart constant in haar keel bonken en daar raakte ze een beetje van in paniek. Ze zei dat ze blij was dat ze niet alleen was en dat kon ik me vreselijk goed voorstellen! Ik had erg met haar te doen. Telkens als zij bij ons komt logeren wordt je met je neus op de feiten gedrukt. Het valt niet mee om 86 te worden. ‘Moar, ik sloa der nog ni neffe’ zegt ze elke keer. Ze vind dat ze nog flink bij de pinken is maar haar lichaam werkt niet meer mee. Ik vind dat confronterend, maar weiger daar lang bij stil te staan. Ik wil broodjes kopen voor vanavond, met allemaal lekkere dingen erop. Groentjes met een dipsausje erbij en een schaal fruit. Op aanraden van Moeke doe ik daar ook tomaten gevuld met crevètjes bij. Voor me zag ik grote rode tomaten met allemaal stropdassen erin gepropt. Dat vertel ik dan ook en Moeke schatert het uit: ‘crevètjes Sofiéke, geen cravatjes’. Ze moet altijd hard lachen met mijn gebrek aan Frans in zijn totaliteit. Moeke was gisteren om 22.30u naar bed gegaan maar om middernacht kwam ze naar beneden. Ze had bedacht dat tomaten met crevètjes misschien wel lekker is voor ons bezoek de volgende dag. Ze is nu een paar dagen in een andere omgeving, en dat begint haar parten te spelen. Ze gaat volgend weekend voor 2 weken naar Frankrijk en wij hebben haar precies uitgelegd hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Dat doen we trouwens al maanden, en de zussen van Bart ook, maar het blijft er gewoonweg niet inzitten. Er volgt dan ook een discussie over hoelang ze weg gaat en met wie ze mee rijdt. Voor de zevende keer die dag legden we het nogmaals uit, maar ze bleef met een koppigheid (die ik herken….familietrekje?) zeggen dat ze maar 1 week weg gaat. Verward ging ze weer terug naar boven waar we haar nog lang hebben horen rommelen in haar kamer. Maar ik vond het tomaten-idee heel goed. Dus ik maak lijstje met boodschapjes. Ik wilde eigenlijk snel en geluidloos vertrekken toen ze opeens naast me stond en vroeg: ‘mag ik mee Sofieke?’ (zucht, dit had ik willen vermijden….) Ik zeg: ‘nou Moeke, ik denk dat het een beetje warm is om op stap te gaan, denkt u niet?’ ‘Bijlange niet’ zegt ze zeer duidelijk. Ik snap dat ze graag mee wil, dat ze iets anders wil doen dan breien of puzzelen, maar ik wéét dat ze zich dan de rest van de dag niet goed gaat voelen. Buitenshuis heeft Moeke een rolstoel nodig. Het is gewoon écht te warm. Ik wil haar zeker niet betuttelen, daar is ze trouwens ook allergisch voor. Maar ik weet gewoon hoe het gaat gaan. Dan komt vanmiddag ons bezoek en dan is ze uitgeput maar komt ze er toch bijzitten. Dat is genoeg om ervoor te zorgen dat ze vanavond écht ziek is. Ik zeg dat ik ook nog naar de post moet, en dat we dan misschien vanmiddag samen de groentjes kunnen schoonmaken. Ze begrijpt dat ze niet mee mag en legt zich er mokkend bij neer. Ik weet dat ze me eventjes niet erg leuk vind maar het moet maar even. Ik stap snel in de auto, doe de raampjes open en rij weg. Ik slaak een diepe zucht, en ik ben blij dat ik even tijd voor mezelf heb. Ik doe mijn raampjes weer dicht en zet zo hard als mijn boxen het kunnen hebben de muziek aan. Luid zingend voel ik mijn lijf weer vollopen met energie. Dat doe ik voor andere mensen, die raampjes dicht. Ik ben een verschrikkelijke zinger (ik weet dat héél goed van mijzelf) en doe dat dan ook alleen als ik in de auto zit. Ik ga naar de post en rij door naar de winkel. Ik koop allemaal lekkere dingen en frisdrank en ijsjes (ook de kinderen die straks komen krijgen een ijsje, alleen niet de mijne. Mijn cornetto’s zijn me heilig!) Ik betaal de boodschappen en rij mijn wagentje naar de auto. Ik kan me nooit beheersen als ik over het parkeerterrein rij met mijn wagentje, ik MOET daar altijd even op gaan staan (op die richel waar je af en toe je scheenbeen tegen kapotslaat) en meerijden. De mensen lachen dan altijd naar mij (althans dat beeld ik mezelf maar in) ik kan het gewoon niet laten, het is mijn OCD (Obsessive Compulsive Disorder) ding. Ik kom bij mijn auto aan en doe de klep open……potje bonen…….daar staat de rolstoel van mijn schoonmoeder alle ruimte in te nemen. Nou ja, op de achterbank dan maar? Ik wurm mezelf tussen mijn auto en die van mijn buurman en probeer de overvolle kist op de achterbank te zetten. Dat lukt. Maar de blikjes Fanta en de 21 broodjes zet ik naast me op de stoel. Ik rij weer naar huis. Vlak voor ik mijn straat in wil rijden komt er van de andere kant een vuilniswagen en die gaat mij voor. Ik rij een poosje achter ze aan, met achter mij een rij met minder-geduldige-automobilisten. Als ik weer een keertje stilsta achter de wagen, doe ik mijn raampje open en roep ik: ‘hé meneer, hallo!’ De in fluo geklede en mooi gebruinde meneer kijkt nauwelijks op en snauwt: ‘rij er dan omhéén mevrouw!!’ Ik laat me niet kisten en roep: ‘ja maar, meneer, meneeeeer!” Nu kijkt hij wel op en komt op mij afgelopen. Hij kijkt niet erg vriendelijk, maar dat geeft niet, zo heb ik het graag. ‘Weet u wel dat het 26 graden is meneer?’ ‘Hier heeft u een blikje Fanta voor u en uw collega’ en ik trek 2 blikjes uit het plastic. Zijn ogen vallen bijna uit zijn gezicht. ‘Dank u wel mevrouw, da’s tof hoor!’ roept hij met een grote glimlach. Ik sluit met plezier mijn raampje weer want het is niet de ideaalste plek om sociaal te doen, het stinkt behoorlijk. Achter mij wordt driftig getoeterd en ik draai voorzichtig om de vuilniswagen heen. Als ik in mijn achteruitkijkspiegeltje kijk zie ik in de verte de 2 fluorescerende en gebruinde mannen op hun tenen staan zwaaien naar mij. Hmmm mijn dag kan niet meer stuk.
Posted on: Mon, 08 Jul 2013 15:28:40 +0000

Recently Viewed Topics




© 2015