op 26 mei schreven we al over deze muntjes. We hebben contact gezocht met onze Belgische buren en hebben een reactie terug ontvangen. Interessante kost, maar t is nog steeds niet met zekerheid te zeggen hoe de muntjes op het kerkplein terecht zijn gekomen: We hebben met veel aandacht uw mail gelezen en zijn tot de volgende conclusie gekomen. De muntjes die u hebt gevonden in Haarle zijn Belgische kopermuntjes van 2 centiem; ze werden zowel onder Leopold I (van 1833 tot en met 1865) geslagen, als onder Leopold II (van 1869 tot en met 1909). De volgende koning, Albert I, sloeg ook nog stukken van 2 centiem (van 1910 tot en met 1919). De 3 types van deze denominatie werden gezamenlijk ontmunt. Bij hun ontmunting in 1953 werden van de 285.722.225 uitgegeven stukken, slechts 53.847.943 stukken ontmunt, terwijl 231.874.282 stukken niet ter omwisselingen werden ingeleverd (81,15 %). Het betreft een zeer kleine denominatie; alleen het stuk van 1 centiem had nog minder waarde. Op uw vraag of dit Belgisch kleingeld, gevonden in Haarle, afkomstig zou kunnen zijn van Belgische vluchtelingen tijdens WO I, kunnen we dus antwoorden dat dit theoretisch mogelijk is (de stukken waren nog in circulatie en werden nog gebruikt), maar we kunnen dat onmogelijk bewijzen. Het is en blijft een interpretatie. Ik verwijs u ook graag door naar de experten van ons Nationaal Penningkabinet, waarvan u de contactgegevens vindt op : kbr.be/collections/medailles/informations/contacts_fr.html; misschien kunnen zij u ook nog wat nuttige informatie bezorgen. Met vriendelijke groeten Nationale Bank van België Secretariaat generaal Museum en Archief
Posted on: Sat, 26 Oct 2013 17:54:03 +0000