(tevens heden gefaxt naar 020-5760950 en 020-5766637) ING Bank - TopicsExpress



          

(tevens heden gefaxt naar 020-5760950 en 020-5766637) ING Bank N.V. t.a.v. de heer B. van Oostrum Postbus 1800 1000 BV Amsterdam Betreft: uw brief d.d. 02-09-2013 Uw kenmerk: D 090-858640 Direct telefoonnummer: 06-48085355 Nijmegen, 24 oktober 2013 Geachte heer Van Oostrum, In uw brief van 02-09-2013 (bijlage) maakt u kenbaar dat ik binnen 6 weken, dat wil zeggen: vóór 15-10-2013, een reactie krijg op mijn brief d.d. 22-08-2013 (bijlage). Inmiddels is mij bekend geworden dat ING in haar correspondentie, schermt met het tussen SNS Bank (eiseres) en Arend Joosten (gedaagde) gewezen vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant Kanton ‘s-Hertogenbosch d.d. 30-05-2013 (LJN CA1881; bijlage). De daarin opgenomen rechtsoverweging 3.3. luidt als volgt: “3.3. Joosten heeft namelijk, zo blijkt uit de bij dagvaarding overgelegde stukken, gebruik gemaakt van de hem door SNS Bank ter beschikking gestelde gelden (ook al was dat volgens de gemachtigde van Joosten een slechts zuiver theoretische, boekhoudkundige terbeschikkingstelling) door daarmee (kennelijk eveneens zuiver theoretische) betalingen te doen aan derden. Daarmee is (binnen het in de westerse wereld geldende juridische systeem, dat - toegegeven - op slinkse wijze aan het economische systeem is gekoppeld) op hem de plicht jegens SNS Bank komen te rusten om de hem (boekhoudkundig) ter beschikking gestelde gelden terug te betalen. Die terugbetaling behoeft echter niet te geschieden door daadwerkelijk euros naar SNS Bank te brengen, maar mag eveneens zuiver boekhoudkundig gebeuren door een overboeking van een rekening naar de rekening van SNS Bank. Binnen het heersende systeem bestaat namelijk (in principe) voor een zodanige overboeking dezelfde dekking als voor de overboeking die SNS Bank aan Joosten heeft gedaan. Deze dekking bestaat misschien niet daadwerkelijk, maar wel theoretisch, zolang iedereen, althans veruit de meeste mensen, vertrouwen hebben in het systeem. Tot op de dag van deze uitspraak is dat nog het geval, althans - zo moet dezer dagen een slag om de arm worden gehouden - de kantonrechter hebben nog geen andersluidende berichten bereikt.” Bij ondergetekende zit de pijn niet zozeer in het feit “dat de door SNS ter beschikking gestelde gelden terugbetaald moeten worden”, als wel dat de kantonrechter het aspect contractueel bepaalde kredietrente de facto buiten beschouwing laat. Het lijkt er welhaast op dat de kantonrechter daaraan zijn vingers niet heeft willen branden, voor zover gedaagde Joosten dit punt uitdrukkelijk ter beoordeling heeft voorgelegd aan de kantonrechter. Kortom, de helaas niet door de kantonrechter beantwoorde vraag is: vindt de door SNS bedongen contractuele rente, alias kredietrente, wel voldoende steun in het recht, zeker wanneer in ogenschouw wordt genomen de laatste regel van rechtsoverweging 3.2: “Het verweer van de gemachtigde van Joosten dat Joosten van het geleende bedrag geen euro heeft ontvangen, moet, in letterlijke zin, waarschijnlijk als juist worden aanvaard. Eveneens zal juist zijn dat de banken slechts bedragen van de ene rekening naar de andere overboeken zonder dat er in werkelijkheid een euro wordt verplaatst. En voorts zal juist zijn dat slimme economen een theorie hebben ontworpen op grond waarvan er op de een of andere (voor de leek ondoorgrondelijke) wijze dekking bestaat voor de bedragen die bij rekeninghouders op de rekening staan. In hoeverre die dekking daadwerkelijk bestaat en in hoeverre die theorie juist is, behoeft echter in dit geding niet te worden beoordeeld, om de volgende reden.” Los van het feit dat deze rechterlijke overweging mijn vertrouwen in de rechtvaardigheid van het bank- en geldsysteem er niet bepaald groter op maakt, valt er veel, zo niet alles voor te zeggen dat wel duidelijk moet zijn dat een commerciële bank als de SNS Bank wel zelf geld – eigen geld, of andermans geld – moet hebben, om dat uit te lenen. Stel dat de SNS Bank geld uit het niets kon en kan creëren, door middel van het intikken van een euroteken en cijfers daarachter in een computer – op grond van voortgeschreden inzicht in commissie, twijfel ik daar geen moment meer aan –, dan zie ik hoegenaamd geen enkele rechtvaardiging (legitimatie) om dat geld aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon uit lenen tegen een afgesproken rentepercentage, tenzij die natuurlijke persoon of rechtspersoon op de hoogte was van het feit dat de SNS Bank geld uit het niets creëerde, instemde met “ontvangst” daarvan en tevens instemde met de door SNS Bank gestelde voorwaarde daarover een (afgesproken) rentevergoeding te betalen. In de hiervoor aangehaalde rechtszaak tussen SNS Bank en Joosten, heeft de kantonrechter uitdrukkelijk bepaald dat Joosten de vertragingsrente en wettelijke rente aan SNS Bank moet betalen. Echter, de kantonrechter heeft zich niet, althans niet direct uitgelaten over de al dan niet op Joosten rustende plicht de tussen hem en SNS Bank overeengekomen kredietrente te betalen. In dat licht is rechtsoverweging 3.1 veelzeggend: ”Joosten heeft niet bestreden dat hij een lening (in rekening-courant) heeft ontvangen van SNS Bank ten bedrage van € 17.188,35, althans dat dat bedrag nog als openstaand in rekening-courant resteert.” Het zal mij absoluut niet verbazen als de door de SNS Bank bedongen kredietrente in die € 17.188,35 is begrepen! Inmiddels weet ik dat ING in haar correspondentie schermt met de stelling “dat in de zaak tussen Joosten en de SNS Bank de rentevordering van de bank toewijsbaar is”, althans woorden van die strekking. Daarmee brengt ING niet het juiste verhaal, althans niet het hele verhaal over het voetlicht, omdat de crux in deze, door mij bij ING aanhangig gemaakte kwestie niet is, het recht op de wettelijke rente en vertragingsrente, maar het recht op de contractueel bepaalde kredietrente en dát is heel wat anders dan wettelijke rente en vertragingsrente. Naar mijn mening heeft de kantonrechter in de Rechtbank Oost-Nederland, zijn vingers niet willen branden aan het punt: de rechtvaardigheid of legitimiteit van contractueel bepaalde kredietrente. Ik brand mijn vingers daar wel aan, doch in de stellige overtuiging dat (ook) in mijn geval contractueel bepaalde kredietrente in strijd is met de wet en het recht. Zowel vóór, tijdens als na het aangaan van de hypotheekleenovereenkomst (“overeenkomst van geldlening”), heeft ING mij niet kenbaar gemaakt dat zij de kredietsom digitaal uit het niets kon creëren, of dat zij de kredietsom digitaal uit het niets kon creëren bij de gratie van mijn komst bij haar (ING) als geldlener (kredietnemer) in spe. Dat ING mij daarover ook nog een veel meer dan kostendekkende, of redelijke en billijke (hypotheek)rentevergoeding is rekening brengt, valt voor mij nog steeds niet verteren. Daarbij passeren de volgende rechtsfiguren de revue: dwaling (artikel 6:228 BW), bedrog (artikel 3:44 lid 3 BW), redelijkheid en billijkheid (artikel 3:12 BW; artikel 6:2 BW juncto artikel 6:248 BW), misbruik van omstandigheden (artikel 3:44 lid 4 BW), ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 lid 1 BW), onrechtmatige daad (artikel 6:162 lid 2 BW) en verbod van slavernij (artikel 5 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; werken voor rente over geld dat uit het niets is gecreëerd, door een mede door mij geredde bank, die zich al dan niet tevens inlaat met de praktijk van fractioneel reserve bankieren). Voor de goede orde, deze opsomming is zeker niet uitputtend. Ik sommeer ING binnen 5 dagen na heden, alsnog antwoord te geven op de volgende, hieronder staande vragen, die reeds zijn gesteld in mijn brief van 22-08-2013. 1) Is het door mij van ING geleende geld aanvankelijk – in allereerste instantie – digitaal gecreëerd, middels de inzet van een digitale gegevensdrager (computer)? Zo ja, stond uiterlijk op dat moment daar tegenover geld of een geldfonds (funding), in de vorm van bijvoorbeeld eigen vermogen, of vreemd vermogen, of is dat geld of dat geldfonds (funding) er bij gezocht na de initiële digitale geldcreatie? 2) Bent u bereid uw antwoord op die vraag onder ede te herhalen? Zo nee, waarom niet? Tevens sommeer ik ING, binnen 5 werkdagen na heden, aan mij te restitueren, 50% van de tot op heden door mij aan betaalde hypotheekrentebedragen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18-10-2010, althans vanaf 01-12-2010. Bovendien sommeer ik ING binnen 5 werkdagen na heden, schriftelijk te verklaren, dat alle door mij aan haar betaalde en nog te betalen hypotheekrentebedragen, zijn gesteld op 50% van de hypotheekrentebedragen die ik op grond van de overeenkomst van geldlening, aan haar zou zijn verschuldigd Tot slot sommeer ik ING, binnen 5 werkdagen na heden, af te geven een schriftelijke belastinggarantie, die ertoe strekt dat eventuele boete- en renteclaims van de Belastingdienst, welke verband houden met de restitutie van 50% van de door mij aan ING betaalde hypotheekrentebedragen, niet voor rekening van mij, maar van ING zullen komen. In afwachting, hoogachtend, P.L.O. van de Waarsenburg
Posted on: Sat, 26 Oct 2013 12:59:26 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015