Als een verwante, met niemand heb ik de hoop gemeen, met niemand - TopicsExpress



          

Als een verwante, met niemand heb ik de hoop gemeen, met niemand de keuze van de liefde. (Pernath) .... Deze grote kloof tussen de bevlogenheid van mijn avonden en de afkeer wanneer ik ontwaak, ik zie de slaap, ik voel en tast de slaap. Ik loop door onze straat en zie deze lieden haastig van hun werk naar de huiskamer hollen. Ik zie de handelaren met hun naarstige blikken gericht op het geld en de winst, ik herinner mij de bezoeken, van bijna iedereen, ik voel de nijd en ik voel de verachting en er is niemand die anders is; ik ben verontwaardigd wanneer iemand aanbelt om een steunkaart te kopen, dit is niet mijn huis, alles is gebouwd op drijfzand, alles is gebouwd op de wanhoop. Alleen in de geest is er een rots, alleen in de geest is er een standvastigheid (Een telos en een thymos). Mijn honden zijn mijn vertrouwelingen, deze bomen in de tuin vormen mijn herinneringen, maar ik besef dat alles zal worden weggeveegd, omdat er nu eenmaal huizen bijgebouwd worden, deze streek is een woestenij van beton geworden, de vogels zijn mijn bondgenoten, mijn teksten zijn vervreemd van mij, ik raakte vervreemd van mijn teksten, ik raakte vervreemd van de mededeling, ik raakte vervreemd van mijn schilderijen. Waarheen kan ik met mijn geest vluchten? Ik vlucht niet meer, ik berust, ik zie de huizen en ik zie de bewoners en ze gelijken op mij, het zijn levensvormen die beestachtig zijn door hun voornaamheid, door hun diepe en liefdeloze zwijgen. Mijn wereldbeeld en mensbeeld is aangetast door een diep cynisme. Vroeger kon je nog wegwandelen, je kon naar een andere streek trekken, je kon je afzonderen, maar een mens vandaag moet een inkomen hebben en men heeft vroeg of laat medicatie nodig. Dus zondert men zich af in de geest, men veracht de radiozenders en de krant waarin men wordt gehersenspoeld, men groet de mensen nog -maar het is zonder hoop, men heeft nog dromen maar ze zijn gemengd met spookbeelden. Dit bestaan is een hel vol met pijn, ik denk aan het kind met kanker, ik denk aan de oude man of de oude vrouw in het hospitaal, ik denk aan het moegetergde dier in het woud, wie wil er leed aan dit leed toevoegen? Wie wil er kinderen op de wereld zetten? Wie wil er mensen uitnodigen voor een bezoek wanneer je weet dat er geen band is, wanneer je weet dat er nimmer een sterke band zal zijn? Wanneer er geen overgave is dan is er slechts medeplichtigheid, dan is er slechts een contract, de ruilhandel, de wet .... leven en laten leven .... zeldzaam is de schoonheid, zeldzaam is de liefde waarvoor men zou doden. Een mens die waarlijk liefheeft leeft voorbij de opinie van de goegemeente, een geest die zich bewust is, zon geest existeert aan gene zijde van goed en kwaad. Het is een andere wereld die ik bewoon, deze geschriften zijn echt, alles wat kon gebeuren is gebeurd, alles wat kon misgaan ging mis. Ik aanschouwde deze lieden met hun gladgestreken kostuum en das en het waren weerzinwekkende jakhalzen, het bloed droop uit hun muil, hun ogen waren doorbloed met haat, ze praten met jou over het project maar in hun jas zit het mes verstopt waarmee ze jou zullen doden, het is de geur van het slachthuis die ik in deze scholen en instituten rook, maar ik had een instinct om te overleven ook al wilde ik dikwijls een einde maken aan dit alles, maar ik werd één van hen, ik werd dat wat hier altijd heeft geleefd, het monsterachtige, het beest; mijn geest graaft in het geheugen en mijn geest wikt een weegt en overal zie ik het geweld. Er is geen huis en er is geen land dat anders is, zeldzaam is de genereuze geest, zeldzaam is het dier dat doodt om te verlossen. Daarom zocht ik de verdoving en vond haar in de kunst, maar ook deze kunst is zo ijdel, ook deze kunst is zo absurd, wij bewaken iets dat finaal in de handen terecht zal komen van een generatie waarmee wij niet vertrouwd zijn; deze ganse geschiedenis is een tocht geweest van uitsluiting, moord en discriminatie, vandaag wordt nog steeds dat lied van de broederschap verkondigd, nog steeds en steeds scherper, de indoctrinatie is haast totalitair (Iedereen die wil stoppen met roken belt naar dit nummer), maar terwijl de bootvluchtelingen verdrinken, terwijl de daklozen doodvriezen, terwijl de onmondigen en de zwakzinnigen afhankelijk worden gemaakt aan medicatie, terwijl al deze uitwassen zich voltrekken .... heeft de mens geen grond om op te staan en het waarachtig uit te spreken, in deze tijd ging ook nog de literatuur verloren, er was geen waarachtigheid meer, er was geen geloof meer, de religiositeit brak en alles wat nog leefde opende zich als een legioen van maden die diep in hun innerlijk werd gegooid maar die het niet langer konden uitspreken, het waren geen mensen meer, er was geen taal meer, de laatste man of vrouw die nog iets tot uiting brak sprak een ontbonden taal die eigenlijk geleek op de kreten en klanken die de dieren uitstoten, de mensen zijn opnieuw dieren geworden, de taal is niet meer soeverein, er is geen doel, er is geen heiligdom, er is geen bezinning, er is alleen de strijd en deze zal voortduren tot het toeval in de natuur onze adem zal afsnijden. Ik schrijf zonder hoop en ik leef zonder hoop, mijn bewustzijn kan niet vertaald worden in een taal, je kan meer troost krijgen van het luisteren naar de wind, dan in mijn geschrijf een vorm van menselijkheid te pogen ontdekken, ik leef en schrijf in een gebroken orde, ik ben onzichtbaar, ongrijpbaar, ik ben een schim, ik heb geen telefoonnummer, ik heb geen identiteit, ik ben een lege huls, een koud stuk vlees in de koelkast, ik heb geen prijs, ik heb geen stem ..... de schedel is leeggestolen (Lucebert)
Posted on: Sun, 01 Dec 2013 13:55:44 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015