Berluskaiser - Geveld, maar niet gevloerd Genoeg Silvio? - TopicsExpress



          

Berluskaiser - Geveld, maar niet gevloerd Genoeg Silvio? 30/11/2013 | Ine Roox Als een uitgerangeerde crimineel, zo gaat Silvio Berlusconi zijn oude dag tegemoet. Vernederd. Uit de Senaat gekegeld, het logische gevolg van zijn definitieve veroordeling wegens fraude. Maar de waslijst is veel langer – en Berlusconi’s was is smerig. ‘Hij staat in een hoek, is verzwakt en heeft geen munitie meer. Toch zal hij voortstrijden.’ ‘Ik hou van mijzelf. Ik hou van mijzelf: elke ochtend kijk ik in de spiegel, terwijl ik dat zinnetje voor mezelf herhaal.’ Dat vertelde Silvio Berlusconi (77) in 1994, toen hij de salesmanagers van zijn televisie-imperium toesprak. Later dat jaar maakte hij met een televisieboodschap rechtstreeks aan de kiezer bekend dat hij in de politiek zou stappen. Hij nam geen risico’s: voor de camera begon te lopen, gebood Berlusconi de technicus een nylon sok over het scherm te trekken, zodat zijn rimpels niet zichtbaar zouden zijn. Zulke anekdotes zeggen veel over de man achter de breed glimlachende politicus. Met zijn buitengewone zelfvertrouwen, zijn optimisme en zijn ongebreidelde energie hield Berlusconi ruim twintig jaar lang stand aan de top van de Italiaanse politiek en het bedrijfsleven. Al die tijd was de mediamagnaat een van de machtigste mannen van Europa. Maar die machtige man is al enige tijd in vrije val. De laatste tijd regende het vernederingen en veroordelingen. Zo werd hij op 24 juni in eerste aanleg veroordeeld tot zeven jaar cel wegens betaalde seks met de Marokkaanse showgirl Karima el Mahroug toen zij nog minderjarig was, en wegens machtsmisbruik ten voordele van datzelfde meisje. Tegelijk werd hem een levenslang verbod opgelegd op het uitoefenen van een openbaar mandaat. Berlusconi is tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan. Ruby de Hartendief Beroep tegen de imagoschade is niet mogelijk. De rechter achtte het bewezen dat Karima, die zichzelf ‘Ruby de Hartendief’ noemt, zeven of acht keer deelnam aan seksfeestjes in Berlusconi’s villa in Arcore, nabij Milaan. Telkens vertrok Ruby de ochtend nadien met een enveloppe waarin 2.000 tot 3.000 euro stak. De eerste keer zei Ruby hem dat ze 24 jaar was, tijdens een tweede bezoek ontdekte Berlusconi dat zij eigenlijk 17 was. Dat hoefde de pret niet te bederven. Ruby kreeg in Arcore uitleg bij de term bunga bunga die Berlusconi van Moammar Kadhafi had geleerd. De Libische leider zei dat het om een vrouwelijke harem ging. Karima vertelde het gerecht dat na het avondmaal iedereen naar een lagere etage werd uitgenodigd. ‘Daar dansten alle meisjes naakt rond, terwijl sommigen masturbeerden. Berlusconi was de enige aanwezige man. Ik kreeg de indruk dat de vrouwen steeds explicieter seksuele handelingen stelden, alleen om Berlusconi’s aandacht te trekken.’ Toen Ruby op een nacht bleef slapen, gluurde ze nieuwsgierig in de kamer van de Italiaanse premier. Die was op dat moment in een orgie verwikkeld met drie vrouwen – onder wie de in Italië beroemde Argentijnse showgirl Belen Rodriguez en Nicole Minetti, Berlusconi’s voormalige tandartsassistente die hij op een lijst had gezet en zo gekozen was als regioraadslid in Lombardije. De rechter beschouwde Berlusconi als de ‘regisseur van een prostitutienetwerk’ in zijn villa in Arcore, waarbij hij ook de minderjarige Ruby betrok. Ruby en Berlusconi houden tot vandaag vol dat zij nooit seksuele betrekkingen hebben gehad. Maar gezien de aard van de feestjes waaraan Ruby tot acht keer toe deelnam en de gulle financiële beloning achteraf, hechtte de rechtbank daar geen enkel geloof aan. Door de mobiele telefoons te lokaliseren, konden de speurders overigens de aanwezigheid van alle andere vrouwen bewijzen. Het nichtje van Moebarak Maar de rechter tilde in juni nog veel zwaarder aan de loodzware druk die Berlusconi als premier had uitgeoefend om Ruby vrij te pleiten uit een politiecel. Ze zat vast op verdenking van diefstal, maar Berlusconi spelde de politie op de mouw dat zij een nichtje was van Hosni Moebarak, toen nog de president van Egypte. Ruby’s vrijlating diende een tweeledig doel: ze kon zich opnieuw bij de harem in Arcore voegen en het risico dat die kleine kletskous tegenover de politie haar mond zou voorbijpraten, was meteen van de baan. De gore details van Berlusconi’s orgieën die in de 326 pagina’s tellende motivering van het vonnis uitvoerig werden beschreven, zijn enkele dagen geleden breed uitgesmeerd in de Italiaanse pers en als een bulldozer over Berlusconi’s imago gewalst. Toch kan het altijd nog erger. Woensdagavond volgde de ultieme vernedering: Berlusconi werd door zijn collega’s senatoren weggestemd. Zijn uitzetting uit de Senaat is het logische gevolg van zijn definitieve veroordeling tot één jaar cel wegens fiscale fraude, op 1 augustus. Berlusconi’s celstraf wordt in een taakstraf omgezet, maar volgens een recente wet mogen definitief veroordeelde politici niet in het parlement zitten. Als een dodelijk gewond dier sloeg de Italiaanse oud-premier de hele week wild om zich heen. Hij nam zelfs het woord ‘staatsgreep’ in de mond. Voor het eerst sinds 1994 geniet hij niet langer de bescherming van een parlementair mandaat. Hij vreest dat om het even welke onderzoeksrechter in Italië hem in het kader van een nieuwe aanklacht in voorhechtenis kan laten nemen – jawel, het kan altijd nog erger. Maar politiek dood? Niemand die deze kat met negen levens definitief durft af te schrijven. ‘Hij staat in een hoek’, zegt de politicoloog Franco Pavoncello. ‘Berlusconi heeft wanhopige smeekbedes met dreigementen afgewisseld. Hij is verzwakt en heeft geen munitie meer over. Toch zal hij voortstrijden – dat is nu eenmaal zijn aard.’ Een totaal gebrek aan realiteitszin? Buitenproportioneel narcisme? Zijn Amerikaanse biograaf Alexander Stille kijkt niet echt op van Berlusconi’s immer strijdlustige houding: ‘Hij gelooft echt dat de hele wereld rondom hem draait. De voorbije twintig jaar heeft hij de realiteit aan zijn fantasie aangepast, waardoor erg veel in Italië sinds zijn doortocht daadwerkelijk over zijn persoontje gaat.’ Berluskaiser Voor Italië was de doortocht van Il Cavaliere op meer dan één vlak desastreus. Berlusconi holde de democratie uit door een klassenjustitie te introduceren: hij zette zijn eigen advocaten op de kieslijst van zijn partij. Eens verkozen in het parlement, kon zijn legertje juristen ijverig schrijven aan op maat gemaakte wetgeving die of de grote baas of diens bedrijven een uitzonderlijke wettelijke bescherming bood. Sommige boekhoudkundige misdrijven bleken plots niet meer strafbaar, andere kregen een veel kortere verjaringstermijn. Tweemaal werd een arrest ingediend dat hem als premier een uitzonderlijke immuniteit verleende, juist op het moment dat alweer een onderzoek tegen hem liep. Schuldig of niet, met zijn geslepen advocatenteam werd Berluskaiser haast onaantastbaar. Driemaal was hij premier en telkens kreeg zijn persoonlijk belang voorrang op wat goed was voor het land. Daarnaast voerde Berlusconi een grondige mentaliteitswijziging door. ‘Hij is de ultieme reclameman’, zegt de Italiaanse kunsthistoricus Tomaso Montanari. ‘Haast twintig jaar lang getroostte hij zich alle moeite om het ultraliberalisme in Italië te introduceren, een filosofie waarbij iets pas waarde heeft als je het kunt kopen of verkopen. Privéhelikopters, een resem villa’s of een horde prostituees? Alles is te koop in Berlusconi’s universum, waarin het volstrekt aanvaardbaar is om zonder enige morele correctie te smijten met zo veel geld je maar wilt.’ Wat geen geldwaarde heeft, is voor Berlusconi van geen tel, zo bleek ook uit zijn beleidsbeslissingen als premier. Hij schroefde investeringen in het hoger onderwijs terug en beknibbelde flink op wetenschappelijk onderzoek. In 2008 halveerde hij met één pennentrek het Italiaanse cultuurbudget. Zijn derde en laatste regering viel eind 2011, maar zijn opvolgers ruimen vandaag nog altijd het puin. Twee jaar geleden viel het kabinet-Berlusconi onder de niet-aflatende druk van de internationale financiële markten. Terwijl het land weggleed in een diepe recessie, bleef Berlusconi publiekelijk verklaren dat ‘er geen probleem is in Italië. Alle restaurants zitten nog altijd vol en de Italianen slaan geen vakantie over.’ Toen zijn regering uiteindelijk de geest gaf, werd Mario Monti, een hoogleraar economie en oud-eurocommissaris die veel vertrouwen in Brussel genoot, gevraagd om Berlusconi’s rotzooi op te ruimen. Het duurde amper een jaar voor Italië nieuwe verkiezingen hield: in die tijd kon Monti slechts het hoognodige doen om het Italiaanse huishouden te redden. De regering van Monti’s gekozen opvolger Enrico Letta zit pas sinds april in het zadel; voor een voorlopige balans is het nog te vroeg. Een maffioso als oppas Zelfs voor een geboren optimist als Berlusconi moet zijn uitsluiting uit de Senaat voelen als de ultieme vernedering – het overkwam zelfs Giulio Andreotti niet. Die was zevenmaal premier en zat vanaf 1945 tot zijn dood, in mei dit jaar, onafgebroken in het parlement. Andreotti, het vleesgeworden cynisme, maalde er niet om dat de rechter het bewezen achtte dat hij zeker tot 1980 ‘intensieve contacten’ had onderhouden met de Siciliaanse maffia Cosa Nostra. In Italië valt een politicus nog liever dood dan dat hij de eer aan zichzelf houdt en een stap opzij zet. Ook Berlusconi vond het nooit nodig om afstand te nemen van de zeer dubieuze Siciliaanse advocaat Marcello Dell’Utri, die in drie rechtszaken is veroordeeld wegens banden met de Cosa Nostra. Dell’Utri is de medeoprichter van Berlusconi’s partij Forza Italia en de twee werken al sinds de jaren 70 nauw samen: zo’n vriend keer je toch niet zomaar de rug toe? De Siciliaan bracht de maffia wel erg dicht bij Berlusconi. Gaspare Spatuzza, een overloper van de Cosa Nostra, getuigde in 2009 dat Dell’Utri jarenlang de tussenpersoon was tussen de maffia en Silvio Berlusconi. Spatuzza’s verhaal werd beaamd door nog minstens 37 ex-maffiosi. Daar houdt het niet eens op. Dell’Utri wierf in 1974 de Siciliaanse maffioso Vittorio Mangano aan als opzichter, staljongen en chauffeur van Berlusconi’s kinderen, in de familievilla in Arcore. De politie kwam er toevallig op uit dat Mangano, een man met een strafblad tegen wie bovendien een arrestatiebevel liep, in Berlusconi’s villa werkte. Die verklaarde achteraf dat hij Mangano de laan had uitgestuurd, zodra hij lucht had gekregen van diens criminele verleden. In werkelijkheid verbleef de maffioso maanden later nog altijd in Arcore. Berlusconi vertelde in 1994 aan de krant Corriere della Sera dat de maffia toen zijn vijfjarige zoon Pier Silvio dreigde te ontvoeren. Ontvoeringen van ondernemers of hun familieleden waren in die jaren een lucratieve bijverdienste voor de maffia. Vittorio Mangano werd ingehuurd om de familie Berlusconi bescherming te bieden. Maar zou een normaal denkend mens in zo’n geval niet gewoon naar de politie stappen? Operatie Schone Handen Het is niet het enige verhaal dat rammelt langs alle kanten. Sinds zijn politieke debuut, in 1994, vertelt Berlusconi aan wie het horen wil dat hij geheel op eigen kracht de top heeft bereikt. In werkelijkheid heeft hij tijdens de beginjaren van zijn tv-avontuur – eind jaren 70, begin jaren 80 – bijzonder gesteund op zijn vriendschap met Bettino Craxi, de aanstormende leider van de socialistische partij en later de premier van Italië. Berlusconi leende toen enorme sommen geld van banken die werden gecontroleerd door de socialistische partij, zoals de Banca Nazionale di Lavoro (Nationale Arbeidsbank). Ook de oorsprong van het fortuin waarmee hij zijn media-imperium heeft uitgebouwd, is in nevelen gehuld. Tientallen speurders beten hun tanden stuk op de ondoorzichtige financiële constructies van Berlusconi’s financiële holding Fininvest. Ze troffen een wildgroei van holdings aan, die allemaal in handen van stromannen bleken te zijn. Mysterieuze miljoenenstortingen in cash werden, schijnbaar doelloos, van de ene naar de andere holding gesluisd. Berlusconi zegt ook vaak dat het gerecht hem pas met aanklachten bestookt sinds hij in de politiek is gestapt. Dat klopt evenmin. Al in 1984 had het gerecht een onderzoek gevoerd naar misbruiken bij Fininvest. Tussen 1992 en 1993 dreef het gerecht die onderzoeken op, wegens vermoedens van omkoping van politici en van overheidsambtenaren, in ruil voor contracten. Berlusconi’s politieke carrière begon pas in 1994. Zijn roemloze uittocht is het eind van een tijdperk in Italië. Net als zijn spectaculaire entree in de politiek, nu bijna twintig jaar geleden, dat is geweest. Begin jaren 90 had het grootschalige gerechtelijke onderzoek ‘Operatie Schone Handen’ in Italië een politieke aardverschuiving veroorzaakt. Mani Pulite had een beerput van diepgewortelde corruptie in de politiek blootgelegd. De kiezer walgde van al wie politiek bedreef. Precies op dat moment besloot Berlusconi de sprong in de politiek te wagen. Hij genoot toen al nationale bekendheid als de voorzitter van de populaire eersteklasser AC Milan. In onvervalst voetbaljargon kondigde hij aan dat hij ‘het veld betrad’, met de fonkelnieuwe partij Forza Italia, een voetbalkreet die ‘hup Italië!’ betekent. Berlusconi speelde in op dat laatste greintje vaderlandsliefde dat de Italianen nog restte: calcio. En hij won de wedstrijd met forfaitcijfers. Supporterspolitiek Luttele maanden later was de politieke debutant Berlusconi premier. Dankzij zijn uitgestrekte media-imperium kon hij zijn kiespubliek rechtstreeks aanspreken en aan zijn persoon en partij binden. De ‘intellectuele elite’ – wie al eens een kwaliteitskrant ter hand neemt of een kritisch informatieprogramma bekijkt – wordt in Italië op hoogstens 5 miljoen geschat. Blijven nog ruim 55 miljoen Italianen over. Zij halen hun informatie uitsluitend van tv, als trouwe kijkers van Berlusconi’s commerciële zenders, waarop gekleurde journaals het platte entertainment af en toe onderbreken. Het zou onsportief zijn om Berlusconi’s electorale succes alleen aan zijn mediadominantie toe te schrijven. Een deel van zijn aanhangers vindt net als Berlusconi dat alles te koop mag zijn en dat de overheid zich best zo weinig moeit. Naar schatting 10 miljoen Italianen ontduiken de belastingen – ook dat is een grote groep kiezers die Berlusconi op dat vlak niets kan verwijten. Een ander deel van zijn achterban zal de Grote Leider altijd en onvoorwaardelijk blijven steunen. Italianen zijn altijd gevoelig geweest voor de Sterke Man, charismatisch en welbespraakt en niet wars van een portie populisme. De supporters van de Sterke Man houden in het stemhokje geen rekening met zijn politieke realisaties, maar stemmen uit loyauteit – verkiezingsdag is voor hen als een topwedstrijd van de Champions League. Berlusconi heeft die supporterspolitiek niet uitgevonden, maar wel handig in zijn voordeel gebruikt. Goed beseffend dat zijn trouwste supporters niet zozeer stilstaan bij wát hij hen vertelt, maar vooral bij de manier waarop hij dat doet. Als een rasechte Italiaan voelt hij haarfijn aan dat hoe je iets zegt of doet in Italië, altijd net dat tikje belangrijker zal zijn dan wat je zegt of doet.
Posted on: Tue, 03 Dec 2013 20:22:28 +0000

Trending Topics



ilio

Recently Viewed Topics




© 2015