De geschiedenis van de bankiers en het Huis Rothschild De - TopicsExpress



          

De geschiedenis van de bankiers en het Huis Rothschild De weinigen die het systeem zullen begrijpen, zullen zo geïnteresseerd zijn in haar winsten of zo afhankelijk zijn van haar gunsten, dat er geen oppositie in deze klasse zal zijn, terwijl anderzijds de grote massa aan mensen, geestelijk onbekwaam om de enorme voordelen te begrijpen…. de last (het systeem) zonder klachten zal dragen, en wellicht niet door zal hebben dat het systeem vijandig is aan hun grootste belangen. - Rothschild Brothers Londen, communiqué to associates in New York, June 25, 1863 - color:black;mso-fareast-language:NL>De diepere geschiedenis van de occulte werkwijze en haar duistere agenda gaan enorm ver terug in de tijd, en één van die duistere zaken is de controle over het geld. Zo weten we dat de uitvinders van de betaalcheque zichzelf binnen occulte kringen bevonden. Deze uitvinders waren niemand anders dan de Tempeliers. In de oude tijd bestond er nog geen papiergeld, en de wisselwaarde lag vast aan het edelmetaal gemunt in de geldstukken door de kerk en de kroon zelf. Goudstukken, juwelen en andere kostbaarheden werden veelal ondergebracht bij mensen die van brandkasten waren voorzien, en dit waren meestal goudsmeden en financiers. Vaak waren ze het beiden. Bij het onderbrengen van hun bezittingen verkregen de mensen een ontvangstbewijs voor bewaring. Dit werd ingevoerd als een ‘handigheidje’ daar bijvoorbeeld de eigenaar van het ondergebrachte goud die een financiële transactie moest doen aan iemand anders, zijn goud weer moest opnemen, vervolgens aan diegene betaalde, waarna de nieuwe eigenaar het vaak weer onderbracht bij dezelfde goudsmid. Een tijdrovend proces dus. Men ging al snel over op het inwisselen van ontvangstbewijzen inzake financiële transacties. Zo kon het goud gewoon in de kluis blijven liggen waar het lag (een voordeel voor de goudsmid zelf) en wisselde het van eigenaar middels het ontvangstbewijs als betalingsmiddel. De smederijen begonnen ontvangstbewijzen voor speciale waarden (vooral Goud) uit te geven, zodat deze wijze van betaling ‘makkelijker’ zou verlopen. Zo werden de ontvangstbewijzen van de smederijen de eerste bankbiljetten, en tevens werden de goudsmeden de eerste bankiers. Deze mensen realiseerden zich dat er maar een klein deel van de totale hoeveelheid goud die ze in bewaring kregen, elke keer werd opgenomen. Zij begonnen meerdere kwitanties uit te geven (zgn papiergeld wat niet gedekt was door ondergebracht kapitaal). Juist door deze kwitanties te verstrekken aan mensen die geld nodig hadden dmv leningen (op het bezit van anderen) gebruikten ze het geld wat bij hen ondergebracht werd voor hun eigen doeleinden. Verder wisten deze goudsmeden dat ieder aandeel in goud wat bij hen onder werd gebracht, het bedrag 10 maal in papiergeld (kwitanties) kon worden uitgegeven. Zolang bijvoorbeeld maar 10% van de houders van deze biljetten (eigenaren) het goud wat door hen ondergebracht werd bij de goudsmeden in één keer zou willen opnemen, ontdekte niemand deze fraude. Deze handeling word voor vandaag de dag heel ‘gewoon’ gevonden, en het is de absolute basis voor de moderne bankindustrie. Deze handeling staat beter bekend als ‘gedeeltelijke reserve lening’, waarbij de banken van vandaag 10 maal hun werkelijke tegoeden uitgeven, waarbij het dus een absoluut feit is, dat 90% van het geld dat zij uitlenen helemaal niet bestaat, nooit heeft bestaan, en nooit zal bestaan ook. Daarbij moeten deze leningen van geld wat niet bestaat worden terugbetaald inclusief rente, wat vanaf de tijden van de goudsmeden tot anno vandaag de dag geleidelijk werd omgezet middels het betalen in goederen en arbeid. Werd er niet voldaan aan de terugbetaling van de lening (van geld wat ze niet bezitten) dan had de goudsmid/bankier het ‘recht’ om de bezittingen in beslag te nemen van diegene die in gebreke bleef. Tot de dag van vandaag is dit nog steeds hetzelfde. Een geldlening met een rente van bijvoorbeeld 10% leverde de goudsmeden en de banken (ook vandaag) geen 10% op, maar 110%. Dit gaf de mogelijkheid voor de banken om door de geschiedenis heen gehele industrieën te beheersen, door leningen gedaan uit NIETS inclusief rente om te zetten in actieve diensten zoals arbeid. Vanaf die tijden werden beginnende regeringen en monarchieën behoorlijk machteloos, doordat bank en industrie in feite één orgaan werden. De creatie van de zogeheten Bankierselite was begonnen. Vele grote namen passeren de revue van de Internationale bankierswereld, maar om het overzichtelijk te houden beginnen we bij het huis Rothschild. Het Huis Rothschild zou een vertakking zijn van de in de 16e eeuw gesplitste familie Hahn. Zo heeft de familie de naam Bauer gehad, en Mayer Amschel Bauer veranderde de familienaam in Rothes Schild (Rode schild), waarna het Rothschild werd. Er zijn verschillende theorieën over de betekenis van het ‘Rode schild’ en dus de familienaam. Natuurlijk had Rothschild een rood schild (en zoals men beweerd een hexagram) als symbool aan de gevel hangen van het familiehuis, maar wat betekent het? Er is een theorie die zegt dat de afstamming van dit symbool (Rode Schild) te maken heeft met de zogeheten ‘Rode vlag’ welke het embleem vormde voor de ‘revolutionaire Joden’ van Oost Europa, ook wel de Rode Joden van Khazarië genoemd. En dat is zeker geen slechte theorie aangaande de afkomst van de betekenis ervan. Want Rothschild evenals vele andere Joden behoren tot de Ashkenazim, en zijn dus afstammelingen van de oude Khazaren uit het oude Khazarië (gelegen in de Kaukasus), en zijn met geen druppel bloed te refereren naar de Joden uit de Bijbel. Ze zijn met geen druppel bloed ‘Semitisch’ te noemen. Dit is dan ook hetgeen dergelijke auteurs (waaronder antizionistische Joden als Benjamin Freedman en Jack Bernstein) absoluut benadrukken over de Ashkenazim; Het zijn NIET de Joden uit de Bijbel, en ze zijn NIET Semitisch. Zij adopteerden enkel het Judaïsme als hun geloof. Mayer Amschel Bauer (Rothschild) was een Ashkenazim. Ashkenazische Joden vestigden zichzelf merendeels in Frankrijk, Duitsland en Engeland, en vonden verder ook hun weg naar Centraal en Oost Europa, Polen etc. Bekende namen onder de Ashkenazim zijn ondermeer de families Rothschild, Oppenheimer, Oppenheim, Khun, Loeb, Cohen, Schiff, Warburg enz. en claimen ondermeer afstammelingen te zijn (in feite zitten deze familienamen in elkaar verweven) van Koning David (stam van Judah - dat claimen de Koningshuizen overigens ook, wat zou betekenen dat de Koningshuizen in Europa allen van Joodse origine zouden zijn, wanneer Rothschild ‘Joods’ zou zijn. Daarbij is Rothschild binnen de afstamming der Merovingers ingetrouwd). Nathan Rothschild en zijn vrouw Hannah zijn begraven op het Ashkenazische kerkhof te Whitechapel. De familie Rothschild kent haar oorsprong dus net als vele andere Ashkenazim in de Kaukasus. Daarbij moet worden gezegd, dat de vrouwelijke Rothschilds eigenlijk weinig mede zeggenschap hebben (en hadden) binnen het Rothschild familie bedrijf.De Rothschild gelddynastie door de eeuwen heen De Rothschilds zijn de scheppers van de internationale obligatiemarkt zoals wij deze vandaag de dag kennen. Zij waren de eerste Multinationals -- Niall Ferguson, The Business, Londen, Februari 16 - 17 - 2003Er is herhaaldelijk gesteld dat de familie Rothschild de rijkste familie van de wereld was, en is. Maar tevens één van de meest invloedrijke. Er is eigenlijk weinig in brede kringen bekend over de familie Rothschild, en de Rothschilds verkiezen ervoor om dit graag zo te houden. De familie streeft er dus vooral naar, om niet gehoord of gezien te worden. Zoals Frederic Morton (de Rothschild biograaf, die eventjes ‘te diep’ in het verleden dook van de familie) in zijn boek over de Rothschilds stelt, is dat vele mensen daarom menen dat er van de Rothschild clan eigenlijk niets anders meer over is dan een legende. Maar dit is geenszins het geval te noemen. De pers zwijgt dan wel, maar de Rothschilds zijn nog springlevend, en voeren ongezien hun enorme scepter nog steeds over het continent.Zoals dit niet onbekend is, begon de geschiedenis van het huis Rothschild met Meyer Amschel Bauer (Rothschild), de zoon van Moses Amschel Bauer, en werd in 1743 te Frankfort geboren. Moses Amschel Bauer was een Goudsmid en tevens een flink geldverlener. Hij opende zijn winkel aan de Judenstrasse, en plaatste het Rode Schild boven de deur. In die tijd hadden de huizen in de ‘Jodenwijk’ van Frankfort geen huisnummers, maar allen een schild of symbool boven aan de gevel. Zo ook het nieuwe huis wat zijn zoon Meyer Amschel Bauer (Rothschild) in de latere tijd van betere winsten betrok (het huis met het groene schild). Dit huis werd aan de rechterzijde bewoond door het Joodse gezin Schiff welke vernoemd was naar het symbool van een ark (scheepje) aan de gevel (tevens een zeer bekende naam binnen de bankierswereld, en nog altijd gerelateerd aan het Huis Rothschild). Op zeer jonge leeftijd was het al duidelijk dat Meyer Amschel Bauer over een zeer hoog intellect beschikte, en zijn vader leerde hem dan ook alles over het verlenen van geld en hieraan gerelateerde zaken. Een paar jaar na de dood van zijn vader werd Meyer Amschel Bauer secretaris bij een bank, welke werd beheerd door de Oppenheimer’s (een ‘Joodse’ bankiersfamilie). Zijn enorme capaciteiten werden spoedig door hen opgemerkt, en hem werd vervolgens een partnerschap toegekend. Vervolgens keerde hij terug naar Frankfort en begon weer aan de handel die zijn vader in 1750 had opgezet. Gedurende de jaren 1760 werd de basis gelegd voor een enorme blijvende rijkdom, toen Amschel Rothschild als loopjongen fungeerde voor Generaal von Estorff, terwijl hij werkte voor de Oppenheimer Bank. Rothschild ontdekte dat de generaal, welke aan het hof van Hanau-Hessen vertegenwoordigd was, een buitengewone interesse had voor dergelijke unieke oude munten (Rothschild was hier een specialist in) en maakte hier tevens gebruik van om bij het hof van Hanau-Hessen in de gunst te vallen, daarmee relaties op te bouwen middels zeer invloedrijke figuren binnen het hof zelf. Hiermee begon er een waar handeltje voor hem met een flinke opbrengst. De prins van Hanau (Hesse-Kassel) had zelf ook die interesse, en weldra zou de eerste transactie plaats vinden tussen een Rothschild en een staatshoofd. In 1769 werd Rothschild de bankier van het hof. In de verdere verhouding met de prins van Hanau-Hessen heeft Rothschild zichzelf extreem verrijkt door de criminele activiteiten van de prins zelf. Zo had de prins in 1785 het fortuin van zijn vader geërfd, wat tevens het grootste privé-fortuin was van Europa. Een deel van dat fortuin was afkomstig uit Groot Brittannië voor de inzet van 16.800 soldaten afkomstig uit Hessen om de Amerikaanse revolutie te stoppen. Dit geld verdween in z’n geheel binnen het privé fortuin en werd nooit aan de troepen uitbetaald. Door zijn samenwerking aan het hof van Wilhelm van Hesse-Kassel verkreeg Amschel Bauer Rothschild een zogeheten hoftitel wat vrij ongewoon was in die tijd voor iemand van Joodse origine. Hij plaatste een bord aan de gevel met het opschrift; Vorstelijk Hessen - Hanausch Hofleverancier. Hij werd vervolgens de stroman voor grootse bankiersactiviteiten in Frankfort van ondermeer de Bethmann gebroeders en Rueppell & Harnier. In 1770 trouwde hij met Gutele Schnaper, een 17 jarige Jodin en stichtte een gezin van vijf dochters en vijf zonen. De vijf dochters trouwden allen met bankiers. De vijf zonen waren Amschel, Salomon, Nathan, Kalmann (Karl) en Jacob (James). Zij verkregen later een enorme macht over het Europese financiële beleid. De oudste zoon, Amschel Mayer nam het Bankiershuis van Frankfort over, en zijn broers richtten takken op in Londen, Parijs, Wenen en Napels, welke hen macht gaven in de belangrijkste financiele en politieke centra van Europa. Toen Amschel Mayer Rothschild overleed, werd de macht overgenomen door de twee zonen van zijn broer uit Napels. Het Huis Rothschild heeft vooral in de 18e en 19e eeuw een extreme sprong gemaakt in het vergaren van macht over Europa en de wereld. In de 18e eeuw verrijkten zij zichzelf al aan de oorlogen (zoals de Amerikaanse revolutie), maar de 19e eeuw werd bekend als ‘The Age of Rothschild.’ In die tijd wonnen zij een slag welke hen de controle over de helft van ‘s werelds rijkdommen gaf, zo ook over de Bank van Engeland en de volle aandelenhandel. Na de slag bij Waterloo hebben zij zichzelf enorm verrijkt en extreem veel invloed en macht binnen gehaald. De Rothschilds hebben zichzelf bijna aan elke oorlog en revolutie/opstand verrijkt in de afgelopen 200 jaar. Daarnaast werden zij na elke oorlog met grote sprongen invloedrijker en machtiger. De Rothschilds hebben voor en tijdens de slag bij Waterloo zowel Engeland, Duitsland en andere landen gefinancierd doormiddel van goudsmokkel overzee, maar naast Engeland en Duitsland, ook Frankrijk en Napoleon. Zo zond Meyer Amschel Rothschild zijn zoon Nathan een deel van het geld van prins Wilhelm van Hesse-Kassel (op zichzelf genomen al een bloederig portret, welke absoluut samenwerkte met de Rothschilds), die het op zijn beurt weer in 1808 investeerde in 800.000 pond sterling (huidige geschatte waarde in guldens; 27 miljoen!!) aan goud van de Britse East India Company. Nathan Rothschild zei eens bij een diner; The East India Company had 800.000 pond sterling goud te koop. Ik ging erop af en kocht het allemaal. Ik wist dat de Hertog van Wellington dat goud nodig had. De regering liet mij komen en zei dat het goud onmiddellijk nodig was. Ik verkocht het goud, maar de Engelse regering wist niet hoe ze het de Hertog in Portugal moest doen toekomen. Ik nam die taak op mij, en heb hem het goud via Frankrijk gezonden. Het was de beste zaak die ik ooit heb gedaan.Zoals Frederic Morton (de Rothschild biograaf) in zijn boek al zegt; Dit is een al te simplistische samenvatting, van een enorme, bijzonder handig uitgevoerde operatie. Een operatie waarbij Napoleon weer eens ongewild hand en spandiensten verleende aan de familie.Morton zegt verder; In 1807 had hij voor hen een ideale goederenschaarste geschapen; in 1810 precies de juiste slechte beleggingssituatie. En nu schonk hij hun een bijzonder gunstig geplaatste frontlijn. De Maarschalken van de Keizer bevochten Wellington achter de Pyreneeën, ver van de Engelse aanvoerlijnen. Om zijn leger te voeden moest de Hertog wissels trekken op de Engelse schatkist. Een hele troep Siciliaanse en Maltezer financiers kocht deze wissels op tegen schandalig verlaagde waarde en bracht ze langs moeizame wegen naar Londen ter verzilvering. Sporadisch hadden ook de Rothschilds deelgenomen aan dit bedrijf. Maar tot 1811 was het een bijverdienste geweest. color:black;mso-fareast-language:NL>Door een winstgevende opdracht van ‘Zijner Majesteits regering’ werd Nathan de voornaamste commissionair en betaalmeester van Engelands belangrijkste leger. Er was maar één weg voor het geld om te gaan; en dat was recht door Frankrijk wat het Engelse leger op dat moment bevocht. De smokkelorganisaties van de Rothschilds beschikten over enorme connecties in Duitsland, Scandinavië, Spanje en Zuid Frankrijk. Maar om dit plan tot een goed einde te leiden hadden ze iemand nodig die het spelletje slim kon meespelen. En die persoon was niemand anders dan Jacob (James) Rothschild. Op 24 maart 1811 meldde hij zichzelf bij de Franse politie aan, en gaf als wettige woonplaats, Rue Napoleon nr 5, Parijs op. Jacob had steun gehad van Hertog von Dalberg een hoge functionaris van Napoleon die kort daarvoor van de oude Mayer Rothschild een grote lening had gekregen op zeer gunstige voorwaarden. Twee dagen na zijn aankomst werd de naam Jacob Rothschild al genoemd in een rapport uitgevaardigd van de Franse minister van financiën aan Napoleon. De minister schreef; Een Frankforter, Rothschild genaamd, verblijft momenteel in Parijs en houdt zich hoofdzakelijk bezig met het overbrengen van Brits goud van de Engelse kust naar Duinkerken. Hij is in contact met bankiers van de allerhoogste standing in Parijs…. Hij verklaard dat hij zojuist brieven heeft ontvangen uit Londen…. Waarin staat dat de Engelsen van plan zijn deze export van goud te beteugelen….Men had de Franse minister dus enkele zorgvuldig opgestelde geruchten doorgegeven, die het bestaan van een goudstroom deden verraden, maar waarbij hij niet wist waar het goud naartoe ging. De minister had de brieven van Jacob en de andere zorgvuldig opgestelde ‘bewijzen’ volledig voor ‘waar’ aangenomen, die hem vervolgens de overtuiging gaven dat Engeland vreesde om verzwakt te zullen worden door het goud dat op dat moment Engeland verliet, iets wat de Franse minister en Napoleon natuurlijk enorm goed uit zouden komen. En dat was volkomen in strijd met de waarheid. Dit was een enorm slimme zet van Jacob, want binnen een paar honderd uur wist Jacob niet alleen het goud door Frankrijk op weg te sturen, maar ook nog eens een fiscale luchtspiegeling te produceren die zelfs Napoleon misleidde. Hij wist de Keizerlijke regering er op zo’n manier toe te brengen om toestemming te geven voor een procedure die in feite tot de ondergang leidde van het Napoleonistische Franse Keizerrijk. De grote familiemachinerie begon op gang te komen en Nathan stuurde grote zendingen Britse Guineas, Portugese gouden onzen, Franse gouden Napoleons over het kanaal, waarna Jacob (James) deze zendingen vanaf de kust Parijs liet bereiken waarna hij het goud aldaar in het geheim omzette in wissels op bepaalde Spaanse bankiers. Ten zuiden van de hoofdstad stond Kalmann (Rothschild) klaar die vervolgens de wissels overnam, in het niets verdween binnen de Pyreneeën, en terugkeerde met Wellingtons ontvangstbevestigingen. Salomon Rothschild was overal te bekennen. Hij maakte de weg vrij voor heel veel zaken, en ruimde vele problemen en obstakels uit de weg. Hij zorgde ervoor dat de plaatsen van overdracht geheim genoeg waren om de Franse illusies of de waarde van de Engelse guinea niet te verstoren. Amschel verbleef verder in Frankfort en hielp zijn vader met het stafwerk. Napoleon verspilde zijn krachten en manschappen in de winter van Rusland, terwijl er door zijn eigen Franse Keizerrijk een goudstroom ging die het leger van hun tegenhanger volledig op de been hield, een stroom goud waar de regering van het Keizerrijk weldegelijk vanaf wist, maar dan onder het valse idee dat dit Engeland zou afzwakken, terwijl het Engeland (en vooral Rothschild zelf) enkel en alleen maar steunde middels de steun aan Wellington. Dit was het begin van het extreme Rothschild fortuin. Bij de slag van Waterloo ging het om de twee uitersten van grootmachten op dat moment. Zou Napoleon de slag winnen, dan zou dat de ineenstorting vormen voor de Engelse Consols (Staatsobligaties). Zou Engeland de slag winnen, dan zou dat voor Engeland een weg openen voor ‘ongekende mogelijkheden’. Alleen door keihard te werken konden de Rothschilds de enorme successen door de geschiedenis heen verkrijgen, maar dat was het niet alleen; Het was in de eerste plaats te wijten aan hun koelbloedige slimheid. Een waar spionage-netwerk was door de Rothschild’s opgebouwd, en was in die tijd al zo perfect dat het al hun handelingen op internationaal niveau dienden. Tevens hadden zij hun eigen koeriersdienst (nieuwsdienst), en de postkoetsen reden in razende vaart over de wegen, schepen van de Rothschilds zeilden over het kanaal, en de boodschappers van de Rothschilds waren razendsnel. Ze vervoerden geld, effecten, brieven en nieuws. En vooral het laatste exclusieve nieuws werd met volle kracht door hen op de beurs uitgebuit. Rothschild had zijn agenten in die tijd al verspreid, dichtbij de sleutelposities van directe informatiebronnen op internationaal gebied van welk niveau dan ook. Toen beide legers elkaar bij Waterloo kruisten, had Nathan Rothschild zijn agenten aan beide kanten op de juiste posities zitten, om de meest precieze verslagen aan hem uit te laten brengen. Nathan wist; Informatie is macht. Nathan Rothschild ontving bijvoorbeeld van één van zijn agenten op 20 juni 1815 een pas gedrukte Hollandse krant met de berichtgeving dat Napoleon enorme verliezen leed, en practisch was verslagen. Nathan Rothschild haastte zichzelf meteen naar Londen om de regering daar te vertellen dat Napoleon verloren had. Hij kwam daar vele uren eerder aan dan de afgezant van Wellington. Vervolgens spoedde hij zich naar de beurs. Vele anderen zouden bij zo’n bericht hun geld hebben gestoken in Consols, maar dat is wat Rothschild nu juist niet deed. Hij belegde niet, maar hij verkocht. Nathan Rotschild begon op dat moment enorme consols op de aandelenmarkt te dumpen van een enorme waarde. De naam van Rothschild had in die tijd een zeer belangrijke status verworven, en wel zo belangrijk dat één enkele financiële actie van hem voldoende was om de koersen te laten stijgen of dalen. Rothschild bleef maar doorgaan en doorgaan, en wanneer men in één keer zoveel verschillende pakketten met Consols met een zeer hoge waarde de markt op slingert, begint in één keer de koers te dalen. De koers daalde bij elke tienduizend pond die hij op de markt wierp. Consols werden zo laag, dat verschillenden zelfs kompleet ineenstortten. (volgens getuigen bleef hij doorgaan met een ijskoude blik in zijn ogen en volstrekt emotieloos, zonder enige expressie - en zo werd Nathan Rothschild als personage dan ook zeker omschreven; Een ijskoud personage zonder expressie van gevoel, en wanneer hij iemand aankeek deed zijn overweldigende dominante persoonlijkheid een ieder zwijgen). Hij bleef maar doorgaan, totdat men door deze actie van Rothschild tegen elkaar begon te roepen; ‘Rothschild weet het!! Engeland heeft de slag bij Waterloo verloren!!’ Dit gerucht verspreidde zichzelf als een lopend vuurtje onder alle aandeelhouders, en werd zelfs (zoals men beweerd) verspreid door Rothschild zelf. Men begon in paniek in één keer alle aandelen te verkopen, en dit werd echter zon enorme puinhoop dat elk aandeel in 1 keer qua prijs naar de bodem zakte, waarbij vervolgens de gehele markt compleet geruïneerd werd. Nog steeds zat Nathan Rothschild te ‘wachten’. Hij gaf bepaalde signalen naar zijn agenten (ze herkenden deze direct), welke in de laatste minuten begonnen op te kopen voor extreem lage prijzen, en Nathan met de meest exacte timing in acht genomen over een geweldig pakket consols beschikte. Toen echter het bericht kwam dat Napoleon verslagen was (in plaats van Engeland), en Engeland nu de ‘meester van Europa’ was geworden, deed dit de koersen (natuurlijk) aanzienlijk stijgen, met een hoeveelheid ver boven de tot voor kort huidige beginwaarde. Het verschil was alleen dat bijna de gehele aandelenmarkt nu verkapt en verspreidt in handen was van de Rothschilds. Frederic Morton, de officiele biograaf voor de Rothschilds (die toch eventjes iets te diep doorgroef in het verleden van de Rothschilds), zei het in zijn boek zo; Het is onmogelijk om te raden hoeveel hoop, hoeveel spaargeld door deze handig in elkaar gezette paniekstemming verloren ging. Het is onmogelijk om te schatten hoeveel bedienden in Livrei, hoeveel Watteaus en Rembrandts, hoeveel renpaarden voor de stallen van zijn nakomelingen, op die ene dag door deze man bij elkaar zijn verdiend. color:black;mso-fareast-language:NL>Zoals Rothschild eens zei; De beste tijd om te kopen, is wanneer het bloed door de straten vloeid. color:black;mso-fareast-language:NL>Deze zet, had echter weinig te maken met een drang naar meer ‘materialisme en verrijking’ (zij kunnen zichzelf echt ALLES permitteren!!), maar heeft als hoogste doel (zoals altijd) absolute controle. Maar het was niet de enigste zet geweest tot de controle over Europa door de Rothschilds. Wat zij nodig hadden, waren vooral leningen om het Huis Rothschild te kunnen laten uitgroeien tot de macht die het vandaag de dag is. De vroege transacties van het Huis Rothschild kunnen in drie stadia worden opgedeeld waar Nathan Rothschild de leidende geest in was geweest; voor de transmissie van passement van Engeland naar de rest van het continent, dit voor het gebruik van de Britse legers en de subsidies aan de bondgenoten (1808 - 1815); belangrijke verrichtingen op de beurs op de leningen die nodig waren voor de wederopbouw van Europa na de val van Napoleon (1816 - 1818); het verrichten van leningen en het terugbetalen van verrichtingen (1818 - 1848). Dit werden tevens de belangrijkste ondernemingen en verrichtingen voor het Huis Rothschild. Rothschild had op die manier in 1815 de volledige controle over het Britse Imperium en tevens over Frankrijk verkregen. Zelfs word er door onderzoekers beweerd dat de Britse East India Company in die tijd volledig onder de controle stond van Rothschild, en dat is zeer zeker geen vreemde gedachte. Het Rothschild fortuin en de macht hiervan werden enorm. Na de val van Napoleon, werd de economische situatie die voor Europa volgde beheerst door pogingen van verschillende landen om binnen de eigen grenzen financiële bronnen aan te boren. Men schreef dus Nationale leningen uit, waar tot ergernis van de Rothschilds zijzelf eigenlijk met hun enorme kapitalen buiten de deur werden gehouden. Voor de Europese ‘elite’ waren de Rothschilds enkel een ‘stelletje smerige geldwisselaars’ (en zo kunnen ze zeer zeker genoemd worden - en dit is nog zacht uitgedrukt). Wellicht dat de oude Mayer Amschel Rothschild veel meer succes had gehad om hen te overtuigen in het uitlaten schrijven van leningen door het huis Rothschild. Hij bezat namelijk de absolute kunst van de vleierij, en bezat de gave om op een zeer deftige en geruststellende manier koningen om de tuin te leiden. Maar Mayer Amschel Rothschild was in die tijd al overleden, en hij liet zijn zoons dan wel het bedrijf na, maar niet zijn persoonlijkheid. Toch bleven de Rothschilds het proberen om hun sterkste beentje voor te zetten inverband met grote leningen voor de opbouw van het (inter)nationale bestel. Het kleine Pruissen hadden ze weldegelijk zover kunnen krijgen dat ze een lening door hen uit lieten schrijven, maar Oostenrijk (voor hen een zeer vette kluif) deed erg moeilijk. Toch wisten ze Oostenrijk uiteindelijk over te halen om een Engelse lening te nemen na de aandrang van John Herries (ambtenaar van de Engelse schatkist en tevens in het geheim een goede vriend van Nathan), waarbij de Rothschilds hun allerbeste beentje voor zetten. Ze zorgden ervoor dat Oostenrijk alle voordelen verkreeg die men zichzelf maar bij een lening van zo’n kaliber kan indenken; ze zorgden ervoor dat er methoden werden gevonden zodat geen commissie behoefde te worden betaald, en bovendien geen extra kosten waren verschuldigd op de rente (het ging de Rothschilds erom, om via een soort ‘filantropische’ regelingen middels zeer aantrekkelijke leningen de naam van het Huis hoog te houden, en desnoods hoger in aanzicht te brengen). Deze regeling bespaarde Oostenrijk vele miljoenen. Oostenrijk wierp uit ‘dankbaarheid’ de Rothschilds de titel ‘von’ toe, welke ze voor hun achternaam zouden mogen plaatsen. Maar de Rothschilds lieten zichzelf met een ‘titel’ die helemaal niets betekende (zelfs in die tijd niet voor ‘Joden’) vervolgens niet afschepen. Nathan Rothschild verzocht hen om het honorair consulschap van Oostenrijk in Londen te willen verlenen. Als antwoord kreeg Nathan enkel en alleen uitvluchten. De gebroeders Rothschild werkte aan fabelachtige en zeer gunstige voorstellen, waar ze vervolgens geen enkel antwoord op kregen. Maar tevens was het voor de Rothschilds in Frankrijk een situatie van volledige ‘uitsluiting’ te noemen. Lodewijk XVIII had de weelde voor de restauratie van het huis Bourbon letterlijk van Nathan en Jacob (James) Rothschild geleend. Het waren de grote voorschotten geweest van de Rothschilds die hem met veel pracht en praal zijn intree kon laten doen in Parijs in 1814. Maar nu, drie jaar later werd de toon tegenover hen anders. De nieuwe Franse regering bereidde een grote lening voor van 350 miljoen Francs, en vertrouwde die lening toe aan Ouvrard. Dit was een voorname naam in de Franse financiële wereld. Maar ook aan de Baring-brothers in Engeland. Deze lening waaraan de Rothschilds geen aandeel hadden bleek een enorm succes te worden. In 1818 werd er onderhandeld voor een aanvullende lening van 270 miljoen francs, waarbij Ouvrard en de Baring-brothers opnieuw de meeste kans maakten. Deze lening was bedoeld om de Franse oorlogschuld af te betalen. Elke keer kwamen de Rothschilds tevergeefs op het ministerie van financiën, iets wat de Rothschilds flink begon te ergeren. De uiteindelijke beslissing voor deze lening zou gemaakt worden op een conferentie met de overwinnaars te Aken. Dit begon met een aantal banketten in een sfeer van enorme chique aandoening. Salomon en Kalmann (Karl) Rothschild waren aldaar aanwezig namens het Huis Rothschild, en ze voelden zich duidelijk niet thuis in die opgepeotste sfeer van fijngeslepen complimenten, en waar het ‘oude stijve’ protocol hoogtij vierde. Duidelijk was, dat hun natuurlijke element niet de balzaal was, maar de beurs. Daarbij had Engeland Lord Castlereagh gezonden om daar aanwezig te zijn, in plaats van hun goede vriend John Herries. Wat de Rothschilds ook deden, de Bourgeoisie leek hen volledig links te laten liggen. De Rothschilds werden verder buiten vele society-bijeenkomsten gehouden, en wilde een Rothschild een bepaalde vorst spreken, dan stond een dienaar of een ambtenaar hem te woord. Hun concurrenten Ouvrard en de Baring-Brothers waren echter overal vertegenwoordigd. Ze konden enkel secretarissen te woord staan, en die zeiden met een vals lachje op hun gezicht ‘dat de onderhandelingen - voor die bewuste staatslening van 270 miljoen - spoedig zouden worden afgerond met Ouvrard en de Baring-Brothers’. Wat de Rothschilds ook probeerden, of ze nu alle societycontacten opkochten of niet (wat ze deden), het leek niet te helpen. De hele maand oktober in 1818 te Aken liet men de Rothschilds links liggen en vermaakte men zichzelf met de verwonderde gezichten van de Rothschilds zelf. Maar wat de geamuseerden aldaar niet merkten, was dat koeriers de woning van de broers Rothschild steeds vaker in en uit gingen. En op 5 november gebeurde er iets vreemds; De koers van de Franse staatsobligaties (de beroemde lening van 1817 gesloten met Ouvrard en de Baring-Brothers) begon te zakken, terwijl de obligaties een jaar lang juist voortdurend in koers waren gestegen. Dagen verstreken en elke dag zakte de koers ervan in een enorm snel tempo. Maar dit was niet het enigste, want ook andere obligaties begonnen in rap tempo te dalen. Dit alles ging zo snel, en kwam als een ware donderslag bij heldere hemel. Er dreigde vervolgens een enorme crash, en niet alleen voor Frankrijk, maar op de beurzen van heel Europa. Iedereen keek elkaar met stomheid geslagen aan, en nu waren het de Rothschilds die lachten. Er ging een enorm gerucht in de rondte; ‘Zou het aan de Rothschilds liggen’? En daar lag het absoluut aan, want de Rothschilds hadden met hun eindeloze reserves week in week uit de door hun concurrenten uitgegeven obligaties opgekocht. Hierdoor stegen de koersen enorm, terwijl ze de stukken vasthielden. En toen, op het juiste moment hadden de Rothschilds onverbiddelijk met een genadeloze actie de hele zaak in één keer de markt opgesmeten. Over het gehele continent werd het financiële bestel met de ondergang bedreigd, en nu wist de grote wereld wat het betekende om een Rothschild simpelweg links te laten liggen. Er werd vluchtig een enorm onderhoud gepleegd waar vorsten zoals Metternich, Hardenberg en Hertog van Richelieu samen met Ouvrard en de Baring-brothers meteen aan deelnamen. Na lange gesprekken ging de lening met Ouvrard en de Baring-brothers volledig in rook op, en Kalmann en Salomon Rothschild werden toegelaten. Het Rothschild fortuin werd vervolgens uitverkoren door de meest ‘deftige’ mensen die maar een lening nodig hadden. De Rothschilds hadden op die manier de wereld kennis laten maken met de overweldigende Rothschildmacht, en zeer zeker dat er met een Rothschild niet de spot kan worden gedreven. De wereld ging voor hen volledig open en maakte daarbij nog eens een hoffelijke en onderdanige buiging naar hen. Sindsdien werd het dus aan een ieder binnen de macht en adel bekend wie er werkelijk met de scepter over de Europese wereld zwaaide.
Posted on: Sun, 10 Nov 2013 23:55:35 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015