Shaych `Abdoer-Razzaaq ibn `Abdoel-Mohsin al-Badr Iemaam Ahmed - TopicsExpress



          

Shaych `Abdoer-Razzaaq ibn `Abdoel-Mohsin al-Badr Iemaam Ahmed (رحمه الله) overlevert in zijn Moesnad op gezag van an-Nawwaas bin Sam`aan (رضي الله عنه) dat de profeet (صلى الله عليه و سلم) heeft gezegd: ‟Allah gaf het voorbeeld van een recht pad. Aan beide zijkanten van dit pad bevinden zich muren met daarin open deuren. Aan de deuren hangen losse gordijnen. Aan de poort van dit pad staat een oproeper die roept: ‛O mensen treedt allen het pad binnen en wijk er niet van af′. En verderop het pad[1] staat een oproeper, wanneer iemand een van deze deuren wil openen roept die: ‛O wee, open het niet. Want wanneer je (deze deur) opent zul je hem binnentreden!′ Het pad is de islam en de muren zijn de heilige grenzen van Allah (تعالى). De open deuren zijn de zaken die verboden zijn door Allah (تعالى). De oproeper die aan het hoofd van het pad staat, dat is het boek van Allah (عزوجل) en de oproeper verderop[2] is de oproeper van Allah die zich in ieder hart van een moslim bevindt (d.w.z. het geweten).”[3] Het is een gunst van Allah voor iedere moslim dat Hij in zijn hart een oproeper heeft geplaatst. Wanneer zijn ziel hem aanspoort om een deur van al-haraam (het verboden) te openen of hem aanspoort om iets van het valse binnen te treden, dan snauwt deze (oproeper) hem af door te zeggen: ‟O dienaar van Allah! Open de deur niet want als je hem opent zul je hem binnentreden!”
Posted on: Tue, 17 Sep 2013 20:12:33 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015