IJslanders als lespaarden – of de overwegingen van Stal - TopicsExpress



          

IJslanders als lespaarden – of de overwegingen van Stal Stónas. Waarom heb ik er toch zo’n hekel aan gekwalificeerd te worden als ‘manege’, tenslotte zíjn we dat. En toch ook weer niet. Er zijn bedrijven waar je rijles kunt krijgen, en bedrijven waar je een keer een IJslander kunt uitproberen. Als hij jou dat niet doet. Maar een standaard-manegebedrijf wat toevallig met IJslanders werkt.. zo groot kan toeval nooit zijn. We zijn in de term Stal blijven steken. Fokken doen we dermate kleinschalig dat je onmogelijk van een stoeterij kunt spreken en pensionklanten hebben we genoeg, maar dat maakt ons nog geen pensionstal. We zijn wel degelijk een IJslandermanege waar mensen soms een privépaard hebben staan, want het woord pensionklant doet dan weer geen recht aan onze mensen. Zo zijn we Stal Stónas, waar je les hebt op een IJslander. Welke paarden zijn geschikt en mogen zo’n T-shirtje aan? Om in heerlijke advertentietaal te blijven: niét die van de “heeft een zekere ruiter nodig en gaat dan voor je door het vuur”. Op zekere dag komt een zekere ruiter vast langs, maar liever niet door ons kampvuur. Een zekere ruiter is vergelijkbaar met een sommig paard. Sommige paarden bijten bij het aansingelen, vraag altijd aan je instructeur of jouw paard sommig is. Ook niet die van “3 goede basisgangen, tölt in aanleg zeker aanwezig”. Want die aanleg wordt door leerlingen niet gematerialiseerd, anders ben je geen leerling tenslotte. Evenmin het paard dat met veel moeite ingetölt is, want één ding is zeker: leerlingen tölten hem of haar weer uit waar je bij staat. Het “paard met veel temperament maar goed beheersbaar” is ook al minder geschikt. In de praktijk vertaald is dat al snel een paard waar kuiten minder gewenst zijn en trekken tot angst leidt. Dat temperament mag dan beheersbaar zijn, sómmige leerlingen zijn dat wat minder. Er rijden er wekelijks wel zo’n 70. Paarden met een gevoelig karakter kun je het vaak niet aandoen er steeds voor hen weer vreemde mensen op te zetten. De motoriek van de één voelt totaal anders dan die van de ander, en er zijn veel paarden die daar doodongelukkig van worden. De goedmoedige ‘bosklosser’ die in de bak niet vooruit te branden is doen we ook geen lol met een baan hier. Het kost moeite mensen goed les te blijven geven. Dat moet op elk niveau kunnen, en stiekem, eigenlijk, ook op elk paard en tóch is dat natuurlijk niet haalbaar. Je leert foute dingen op een verreden paard, en die plant je weer over op andere paarden die daar…enzovoort. Precies de kringloop die we haten. Een paar goede paarden voor elk niveau, zou dat dan niks zijn? Met in het achterhoofd de ideologie dat tölt gratis en voor niks komt als je correct hebt leren rijden is dat nog het beste motto. Voor kinderen een stel mooie driegangers met duidelijke linker- en rechtergalop, een fijne lichtrij-draf en een viertakt-stap. Die niet verstijven en ongelukkig lateraal gaan hupsen na een week cursuskindjes. Drie gangen mooi leren rijden is al moeilijk genoeg als je 8 bent, en het gebrek aan gewone, geautomatiseerde basis-ervaring zie je overal waar op IJslanders gereden wordt terug. Dat is van onschatbare waarde. Zolang je niet weet wat een o-oemlaut is hoef je ook nog niet te weten wat tölt is. Dan de moeilijke keuze tussen 4- of 5-gangers. Een zogeheten natuurtölter die altijd takt heeft.. róept u maar! Een 4-ganger die ab-so-luut niet naar boven getrokken moet worden? Het beste is, om alle lespaarden bij- en her- te blijven scholen. Een gangenpaard is geen ideaal lespaard als je waarde hecht aan het levensgeluk van je paarden. Een paard is een balletdanser. Hij leeft om te bewegen en beweegt omdat hij leeft. Zijn expressie is zijn lichaamstaal. Zijn souplesse is zijn geluk. De printplaat van een paard is die van een danser. Wat wij met slecht rijden, of slecht lesgeven, of een combinatie van die factoren verpesten aan het paard is niet anders dan zijn essentie. Als de kern van iemand beschadigd raakt, noem je dat een depressie. Daar helpt tijdelijk een osteopaat of zadelpasser tegen, maar structureel zou het niet moeten mogen kunnen.. Ook paarden die zo gevoelig zijn dat ze elke onbalans in onze emoties opsponzen zijn ongeschikt. Ik vind uit principiële overwegingen dat geen dier geboren wordt om menselijk leed op te lossen, een paard wil geen therapeut zijn maar een paard. Wij moeten onze nood lenigen met en door de anderen. Wél mag je oprecht dolgelukkig worden van rijden of een paard hebben! Het is zwaarder dan je denkt om zo frequent van ruiter te moeten wisselen..de oplossing is vaak vervlakking, en dat wil je in je paarden niet zien. Paardrijden is communicatie van het ene lichaam met het andere, zonder tussenkomst van taal. Paardrijden gaat, gereduceerd tot je niet meer kleiner kunt, over controle van je gevoel. De mentaliteitskwestie is de verantwoordelijkheid van de instructeur, het is lastig om uit alle superlatieven en uitersten weg te blijven omdat de waarheid altijd in het midden ligt. In het midden van je paard, in het midden van je hart en in het centrum van je eigen lichaam. En van je geweten. Dat geweten stelt je soms voor dilemma’s die niet over jou gaan, maar over het paard. Mijn beste en liefste paarden heb ik vaak na een paar jaar trouwe dienst verkocht.. omdat er aan gangenwerk niks van overbleef, of omdat ik zag dat het werk te zwaar werd. Niet in een advertentie, maar soms omdat de ideale eigenaar zomaar voor mijn neus stond. Die staat daar echt niet per ongeluk! Voor leerlingen vaak een bittere pil, maar ook dat is educatie: de keuze is voor het paard, niet voor jou. Het dier is afhankelijk van ons en door hem te willen hebben schep je een enorme verantwoordelijkheid. Nog iets: angst. Angst kent vele gezichten en is spreekwoordelijk een slechte raadgever. Overwinnelijke angst is..juist. Zinloos geweld. Maar met veel uitleg, les, inzicht verwerven en beheersing moet angst tot rede te brengen zijn. Dat mag even duren maar moet wel overgaan. Angst krijgt een cijfer, hij moet afnemen en zo niet dan doe je beide partijen onrecht. Angst voor specifieke situaties is te vermijden, angst bij beginnende leerlingen is vaak te voorkomen. Ken jij paarden die bij de supermarkt aangebonden wachten op hun baas, zodat jij niet naar binnen durft? Of die aan een pesterig onzichtbaar draadje boven je hoofdkussen hangen zodat je niet kunt gaan slapen? Of zich in een hoekje op de wc schuilhouden totdat je je broek hebt laten zakken? Die om elke straathoek grommend op je af zouden kunnen rennen? Of die, onverklaarbare geluiden makend, op je stoel gaan liggen terwijl je ergens op visite bent? Daartegen zou je therapie kunnen overwegen voor het fobische vormen aanneemt. Als je zó bang bent, waarom zou je dan willen rijden.. Daar zijn vele antwoorden op, maar ze volstaan geen van alle. Er leeft nog altijd een sage, dat een bange grote-paardenruiter het maar eens op een IJslander moet proberen. Voornoemde ruiter schrikt zich rot van het gemiddelde temperament van onze kleine paarden. Heb je dat weer.. Dus, denk even met ons mee: een goed lespaard heeft 3,4 of 5 goede, onverwoestbare, ten allen tijde stabiele gangen, een onverschrokken karakter, is niet opdringerig, heeft een volle bos met manen ter promotie van Het Ras, liefst ook een mooie kleur want die zien de mensen graag. Is tegenwoordig ook geen 1.30m. meer. Heeft geen eczeem want dat vindt iedereen zielig. Ter controle: hoeveel van die IJslanders ken je zelf? Dan nog dit. Zijn er voordelen voor een lespaard? Ooojes. Twee keer per dag lopen gebeurt al zelden, temeer niet daar mijn allerbeste paarden 20+ zijn. Bij ons geworden, overigens. Zonder conditie mee op een gezellige rit van een paar uur? Dachttutniet. Een les of 4, 5 per week, verantwoord bewegen en conditie verzekerd. Standaard tandarts en osteopaat. Gewicht van de ruiters BMI tussen 19 en 25, + of – 10 kilo. Goed voer. Veel weilanden. Groepshuisvesting met open inloopstallen, ideaal voor eczeempaarden en beroerd weer. Droog eten. We rijden niet alleen in de binnen- of buitenbak, maar in het bos en langs ’s Heren wegen. Ze mogen springen, liefst los. Een enkele keer grondwerk. Soms een wedstrijdje of proefje. Of een veulen. Elk paard eigen tuig en dat dat écht moet passen behoeft geen betoog. Zo zijn er dus nogal wat kruisen die menig lespaard bespaard blijven. Onze paarden komen op de vreemdste manieren bij ons, maar zelden omdat ik een goed lespaard nodig heb en er dan één ga uitzoeken. De verkopende partijen zien je aankomen! Mijn lieveling verkopen als lespaard? Dachttutniet! Zo lopen er veel paarden met vreemde verhalen in hun rugzakjes rond bij ons. Dat zal altijd wel zo blijven, al ben ik er niet specifiek op uit. Toch gaat er niets boven onze IJsland-manege-maar-ook-weer-niet. Stal. Daar.
Posted on: Tue, 13 Aug 2013 21:07:19 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015