proost ← Zwarte gletsjers en bruine wolken Een brief in het - TopicsExpress



          

proost ← Zwarte gletsjers en bruine wolken Een brief in het Financieele Dagblad Geplaatst op oktober 21, 2013door Hans Custers | 8 reacties Vandaag verschenen in het Financieele Dagblad, deze brief: Het getuigt van lef als financieel-economen, die de economische crisis niet zagen aankomen, de op natuurkunde gebaseerde modellen uit de klimaatwetenschap bekritiseren. Theo Vermaelen, hoogleraar Financiën aan Insead durft het aan onder de kop: Politieke manipulatie ondermijnt klimaatrapport (FD 4 oktober). Helaas zakt Vermaelen volledig door het wereldwijd smeltende ijs. De gebruikelijke drogredeneringen verschijnen op zijn borreltafel. Zoals het stroman-argument dat de klimaatwetenschap zich slechts zou baseren op een correlatie tussen opwarming en CO2, en andere factoren zou verwaarlozen. Meer broeikasgassen in de atmosfeer betekent eenvoudigweg dat de planeet meer energie vasthoudt, oftewel opwarmt. Dat werd al berekend voordat de gemiddelde wereldtemperatuur daadwerkelijk begon te stijgen. Dat klimaatwetenschappers andere factoren dan CO2 ook meenemen kan iedereen met een zoekmachine op internet achterhalen. Een tweede borreltafelargument: er is al 15 jaar geen opwarming. Fout. De opwarming gaat gewoon door, conform de wetten van de 19e eeuwse natuurkunde, en deze opwarming wordt gewoon gemeten en waargenomen. De energie-inhoud van de oceanen stijgt door, en wereldwijd smelten ijsmassa’s, wat zonder opwarming niet natuurkundig te verklaren is. Vermaelen is in verwarring omdat de temperatuur van de atmosfeer de afgelopen 15 jaar relatief weinig is gestegen. Maar de atmosfeer is niet ‘de aarde’, die warmt wel degelijk op. Er is een trend — gemiddelde opwarming over meerdere jaren — en er zijn natuurlijke schommelingen. Deze zijn groter naarmate de beschouwde periode korter is. Wie zich blindstaart op een schommeling verwart weer met klimaat. En wie welbewust een warm jaar als startpunt neemt voor een korte tijdsspanne, gebruikt een andere bekende borreltafelstrategie: selectief winkelen. In een van Vermaelens andere uitspraken komt de aap uit de mouw: het is een complot! Overheden die een ‘centrale planning’ voorstaan, waaronder in Vermaelens verwrongen wereldbeeld ook de Europese Unie, zouden de samenstellers van het laatste klimaatrapport onder druk hebben gezet onwelgevallige feiten onder het tapijt te vegen. Anders zouden overheden moeten toegeven dat windturbines en CO2-belastingen gemotiveerd worden door een foute theorie. Je verzint het niet: 19e-eeuwse natuurkunde is in de ogen van een financieel-econoom een verzinsel om onwenselijke maatregelen te treffen die de concurrentiekracht ondermijnen. Daar komt Vermaelens betoog in wezen op neer. Zullen we maar vriendelijk concluderen dat dit soort stellingen de geloofwaardigheid van financiële denkers geen goed doet? Ir. Hans Custers (chemisch technoloog en klimaatblogger) Ben Lankamp (meteoroloog bij Weerplaza) Ir. Jan Paul van Soest (milieukundige, partner De Gemeynt) Voor wie het FD niet leest, of voor wie wat verdere toelichting wil, ga ik hieronder in op enkele citaten uit het stuk van Vermaelen. “Het feit dat de uitstoot van kooldioxide is gecorreleerd met de wereldwijde temperatuur bewijst niets. De beurs is ook gecorreleerd met wereldwijde temperatuur (een sterke stijging in de twintigste eeuw en een afvlakking daarna), maar dat betekent niet dat je de opwarming van het klimaat kunt tegengaan door een verlaging van de beurskoersen.” De suggestie dat de klimaatwetenschap zich enkel en alleen op een correlatie tussen CO2 en temperatuur zou baseren bewijst maar één ding: Vermaelen is niet op de hoogte van de achterliggende, onomstreden, eeuwenoude natuurwetenschap. In een discussie over klimaatwetenschap heeft hij zich daarmee meteen gediskwalificeerd. “De voornaamste voorspelling-van klimaatwetenschappers is dat de aarde opwarmt als de CO2-uitstoot toeneemt. Zij achten de mens verantwoordelijk voor die uitstoot. De invloed van alle andere factoren op het klimaat is verwaarloosbaar.” Het kan nog gekker. Twijfelt Vermaelen er nu aan dat verbranding van fossiele brandstoffen CO2-emissies oplevert? Daar lijkt het wel op. Dat de klimaatwetenschap de invloed van alle andere factoren verwaarloosbaar acht is kul. Vermaelen lijkt zijn uiterste best te doen om te laten zien dat hij zijn mening op alles behalve feiten baseert. “Rapporten die via Associated Press uitlekten, tonen aan dat Belgische, Hongaarse, Duitse en Amerikaanse politici de samenstellers van het rapport onder druk hebben gezet om deze feiten niet te publiceren of onder het tapijt te vegen. Daarin zijn zij grotendeels geslaagd.” In eerste instantie begreep ik niet waar dit over ging, tot ik dit “fair and balanced” verhaal vond. Een verhaal dat zo mager is dat, voor zover ik weet, zelfs de meeste klimaatsceptische blogs het links hebben laten liggen. Waar het op neer komt is dat enkele deelnemers aan het IPCC overleg – Vermaelen beweert politici, daar heb ik geen aanwijzingen voor gevonden – bezorgd waren dat de campagne tegen de klimaatwetenschap bepaalde passages uit rapporten zou kunnen verdraaien, of uit hun context halen. Dat die bezorgdheid niet onterecht was blijkt, want sommige uitspraken hierover zijn verdraaid en uit hun context gehaald om de indruk te wekken dat ze informatie achter wilden houden. Vermaelen vermeldt niet waarom vertegenwoordigers van deze 4 landen zich een enorm, mondiaal probleem op de hals willen halen en evenmin waarom de andere 191 leden van het IPCC daar zomaar mee instemmen. Conclusie: een hoogst merkwaardige complottheorie. “De voorlopige versie van het IPCC-rapport van 7 juni stelt: ‘Modellen zijn niet in staat om de afname van de oppervlakte-opwarming gedurende de laatste 10-15 jaar te verklaren. Het is waarschijnlijk dat dit verschil tussen modellen en feiten in belangrijke mate veroorzaakt wordt door onvoorspelbare klimaatsverandering. De modellen houden niet voldoende rekening met de invloed van de zon en vulkaanuitbarstingen, en ze veronderstellen een te grote impact van toenemende broeikasgassen op het klimaat.’ De eindversie van het rapport, de samenvatting voor beleidsmakers, relativeert dit falen van de modellen: ‘Als gevolg van de natuurlijke variabiliteit zijn trends gebaseerd op observaties gedurende een korte periode erg gevoelig voor de begin- en einddata en zijn deze niet representatief voor de klimaattrends op lange termijn.’” De uitspraken die Vermaelen hier toeschrijft aan het IPCC komen in werkelijkheid grotendeels voort uit zijn eigen fantasie. Het aantal onjuiste beweringen en denkfouten in dit stukje tekst is zo groot, dat ik er maar niet aan begin om ze allemaal te benoemen. Ik pik er twee uit: deze hele passage ademt de “we weten niet alles, dus weten we niets” drogreden en de problemen die hij heeft met die laatste zin wekken de indruk dat Vermaelen volledig onbekend is met de statistiek die elke student in een kwantitatieve wetenschap in zijn eerste jaar geacht wordt te kunnen dromen: begrippen als signaal en ruis, en statistische significantie. Vermaelen meent dat de menselijke invloed op het klimaat een “foute theorie” is. Waar dat oordeel dan ook op gebaseerd is, kennis van zaken is het in elk geval niet. Misschien dat hij daarom nog een paar puntjes probeert te scoren met wat demagogie en losse flodders: Het Europese klimaatbeleid is “het grootste experiment in centrale planning-sinds de Sovjet-Unie”. Commentaar overbodig, lijkt me. Zijn loftrompet over het grote succes van de “schaliegasrevolutie” in de VS is oorverdovend, terwijl bijvoorbeeld Shell-baas Peter Voser hier een stuk genuanceerder over denkt. Voor het gemak trekt hij de “huidige trend” – welke trend precies blijft in het midden – alvast maar 10 jaar door, want dan “hebben we in 2023 25 jaar achter ons zonder significante opwarming” Statistiek komt hier niet aan te pas, speculatie des te meer. Ik noem dit soort redeneringen wel eens “bewijs uit de toekomst” en het lijkt me een typisch symptoom van wensdenken. Twee weetjes nog: de meeste temperatuurreeksen laten over de afgelopen 15 jaar wel degelijk een stijgende trend zien, en een trend die niet statistisch significant is kan dat, als hij gewoon doorloopt, 10 jaar later wel zijn. Eerder verscheen in het FD al een reactie van Richard Tol. Een reactie waar de meeste klimaatsceptici, die Tol meestal als een vriend beschouwen, niet blij van werden. Op wat hij over de klimaatwetenschap schrijft is nog wel wat aan te merken, maar daar komt het vast een andere keer nog van. Het positieve is om te beginnen het heldere onderscheid dat hij maakt tussen de wetenschap en het beleid. Veel van zijn voormalige (?) vrienden zouden daar wat van kunnen leren. Vervolgens komt hij met een interessante stelling: als, zoals veel klimaatsceptici beweren, de onzekerheid in de klimaatwetenschap is toegenomen, is het voorbarig om dit direct als een meevaller in te boeken. Als een onbekende factor op dit moment de opwarming tempert, kan die op een bepaald moment natuurlijk ook omslaan. En dan constateert hij: “Klimaatbeleid is een klassiek beslissingsprobleem met asymmetrische onzekerheid. Als het meevalt, valt het een beetje mee. Als het tegenvalt, valt het zwaar tegen. Grotere onzekerheid legt meer gewicht op de risico’s. Beleid moet versterkt worden.” De brief van Tol staat in zijn geheel op het blog van Marcel Crok (die tot mijn niet geringe verbazing totaal niet lijkt te begrijpen wat Tol bedoelt). Ik ben het vaker niet dan wel eens met Richard Tol, maar ik heb wel sympathie voor zijn talent om vriend en vijand te ontregelen en zelfs op de kast te krijgen. Daarom, als slot, nog een fijn citaat van hem, over de fameuze “opwarmingspauze”: “Deze onzekerheid is natuurlijk geweldig voor de wetenschap. Klimatologie werd een beetje saai de laatste jaren. Nu is er weer een echte uitdaging waar een uitmuntende jonge wetenschapper naam en faam mee kan maken. ”
Posted on: Mon, 21 Oct 2013 23:55:10 +0000

Trending Topics



/div>

Recently Viewed Topics




© 2015