dmpoll Mogen journalisten enkel objectieve feiten weergeven, of - TopicsExpress



          

dmpoll Mogen journalisten enkel objectieve feiten weergeven, of mogen ze opiniërend en transparant zijn over hun overtuigingen? Enkel objectieve feiten 2674 (68%) Opiniërend en transparant over hun overtuigingen 1182 (30%) Geen mening 66 (2%) Totaal: 3922 Glenn Greenwald is de toekomst van de journalistiek Opinie − 31/10/13, 07u34 Walter Zinzen is oud-VRT-journalist en auteur van het pamflet Mens erger je! Naar aanleiding van een briefwisseling in de krant New York Times weegt hij twee strekkingen binnen de journalistiek tegen elkaar af. Ik ben geneigd Glenn Greenwald gelijk te geven: niemand is neutraal en journalisten al helemaal niet Toen ik als broekje mijn eerste stapjes zette in de omroepjournalistiek, gold het adagium dat de nieuwsuitzendingen van de toenmalige BRT in een geest van strikte objectiviteit dienden te gebeuren. Journalisten moesten neutraal zijn. Aan de kijker/luisteraar moesten de kale feiten worden voorgelegd. Die was groot en wijs genoeg om zijn conclusies te trekken. Maar een aanstormende bende jonge wolven - we schreven eind jaren zestig, begin zeventig - pleitte voor échte journalistiek en die kon niet anders dan geëngageerd zijn. Waarheidsgetrouw, zeker, maar niet kleurloos. Als we op basis van eigen onderzoek tot bepaalde conclusies kwamen, dan moesten we die aan het publiek kunnen meedelen. Die strekking heeft het gehaald: in het huidige omroepdecreet is de objectiviteitsverplichting verdwenen. De nieuwsuitzendingen dienen nu te goeder trouw te zijn en de waarheid zo dicht mogelijk te benaderen. Aan die discussie moest ik terugdenken bij het lezen van de ongemeen boeiende correspondentie in de New York Times tussen Bill Keller, oud-hoofdredacteur van dit Amerikaanse persmonument, en Glenn Greenwald, wereldberoemd sinds zijn onthullingen over de NSA-praktijken in The Guardian. Mythische categorie Greenwald beukt in op de traditionele journalistieke instituten, waarvan de New York Times het symbool is, met hun ouderwetse zin voor onafhankelijkheid. Niemand is neutraal en journalisten al helemaal niet, is zijn stelling: Een journalist die doodsbenauwd is om een opinie ten beste te geven, of ook maar de indruk te wekken dat hij dat doet, zal vaak stevige, feitelijke beweringen vermijden en vluchten in laffe en nutteloze zij zeggen dit en de anderen zeggen dat-formuleringen waarbij hijzelf het meningsverschil niet beslecht. En hij voegt eraan toe: Er is geen echt verschil tussen journalisten met een opinie en journalisten zonder, want die laatste categorie is mythisch. Het echte verschil is dat tussen journalisten die eerlijk uitkomen voor hun opvattingen en politieke waarden en degenen die op oneerlijke wijze beweren dat ze er geen hebben of ze verbergen voor hun lezers. Keller daarentegen verdedigt de ouderwetse onafhankelijkheid: Ik geloof dat onpartijdigheid als journalist je dichter bij de waarheid brengt, omdat het je dwingt allerlei veronderstellingen en aannames, ook die van jezelf, in twijfel te trekken. Sjoerd de Jong, ombudsman van de Nederlandse krant NRC, vat de twee tegengestelde opvattingen samen in één vraag: Wat is de belangrijkste waarde in de journalistiek: onafhankelijkheid en objectiviteit, of transparantie? Ze is niet alleen zo oud als de journalistiek zelf, maar in het onstuimige medialandschap van vandaag pregnanter dan ooit, ook bij ons. Alleen: hier wordt het debat, behalve in achterafzaaltjes, niet gevoerd. Toch verliezen ook bij ons de institutionele media niet alleen het vertrouwen van het publiek, maar lopen ook hun inkomsten uit advertenties terug. Bij de VRT verkondigen journalisten nu wel hun eigen mening, maar geëngageerd is hun werk toch niet altijd te noemen. Investeren in onderzoeksjournalistiek doen/willen/kunnen de commerciële media niet. Hoe belangrijk die is, hebben de onthullingen over de Amerikaanse spionageactiviteiten anders toch wel afdoende bewezen. Alternatieven bieden alleen de aanhangers van de Greenwald-lijn: De Wereld Morgen, Stampmedia, MO* en tutti quanti, die van hun engagement geen geheim maken. Hun bereik is klein, hun invloed navenant, hun rol groot. Hoog tijd om te discussiëren Als oudstrijder voor geëngageerde journalistiek ben ik geneigd Greenwald en zijn navolgers gelijk te geven. Maar afstand doen van onafhankelijkheid en die vervangen door transparantie over eigen opvattingen en manier van werken van de journalist? Afstand doen van professionele criteria zoals nauwkeurigheid, hoor en wederhoor? De feiten laten overvleugelen door de boodschap? Nooit. Maar durven de traditionele redacties beweren dat al die criteria bij hen in alle omstandigheden gewetensvol worden toegepast? Dat onbenulligheden, feiten zonder enige nieuwswaarde maar spectaculair en sensationeel, nooit de bovenhand krijgen op informatie die er echt toe doet? Hoog tijd dus dat ook bij ons de Greenwalds en de Kellers met elkaar in discussie gaan. Moge dit een eerste schot voor de boeg zijn.
Posted on: Sat, 02 Nov 2013 06:33:00 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015