Feestjes overdag, er kunnen er niet genoeg van zijn, en dan niet - TopicsExpress



          

Feestjes overdag, er kunnen er niet genoeg van zijn, en dan niet een kinderfeestje of een groot dansfestival, maar de bijna onwaarschijnlijke setting van een gratis feestje op een mooie locatie, met fijne mensen en onverwacht goede DJ’s. Een eenmaal gevestigde naam – ik heb het zelfs met Hernan Cattaneo meegemaakt – staat niet altijd garant. Je krijgt vaak een oververmoeide DJ met jetlag die hetzelfde (het beste) nog eens over moet doen. Dan sluipen er automatismen in de sets van de over de wereld vliegende super-DJ’s. Ik verkeer in de luxepositie dat ik de grote reputaties kan vergelijken met het drempeltalent dat zo ruim aanwezig is in de dance-metropool Amsterdam, zelfs weer een onderdeel van de onzichtbare dansstad die een veel groter grondgebied bestrijkt, maar vreemd genoeg alleen wordt bewoond door bewegende lijven. Denk eens alle steen, beton, asfalt, hout, glas, metaal, kunststof enz. van een stad weg, houd de bewegende plekken over, maak een onderscheid tussen de mechanische rotaties van motoren en de biologische bewegingen van organismen: de stad die je dan ziet, dansvloeren als mycelia, netwerken van beweeglijnen die naarmate de bewegingen heftiger zijn feller oplichten, een enkel lichtpuntje hier en daar in een woonkamer of in een bed tegen een zachte gloed van de microbewegingen die we in het dagelijkse leven allemaal met ons lichaam maken. Naar zo’n oplaaiplek van lichaamsbeweging was ik op weg, de Recycle Lounge Gallery Club, zonder Marjan die in Utrecht vertoefde om een koorconcert bij te wonen in de Augustinuskerk. De sfeer in de patio, de binnenplaats van de Recycle Lounge, is geanimeerd. Men is ook al vanaf twee uur bezig, ik kom om zeven uur binnenzetten. Ik zoek even naar woorden, omdat superlatieven uit de boze zijn, maar af en toe wil je er toch een inzetten. Ik zeg: gemoedelijk in het kwadraat. Er word nog niet echt gedanst, alhoewel ik VJ Yantra , meestal kleurrijk maar al een tijdje in een chique zwart gekleed, met een grote glimlach haar onmiskenbare armbewegingen zie maken. Haar swing die je met ingetogenheid zou kunnen verwarren, is vooral geconcentreerd. Kunnen begroetingen hilarisch zijn? Nee, ik geloof het niet, maar toch, ik geef eraan toe. Hey, go go girl! Ik ken het zinnetje uit een liedje, maar kan er niet opkomen. Het speuren in het geheugen levert niets op, pas later, op een onwillekeurig moment zullen deze pogingen beloond worden, maar dan is het wel drie keer ‘go’, ‘go go go’ en niet echt in verbinding met een go-go-girl. Lou Reed zingt in Walk on the Wild Side: ‘You should’ve seen ‘im go go go’. En die ‘go go go’ zit al jaren in mijn hoofd en heeft maar een kleine aanleiding nodig om opgeroepen te worden. Tine had een kleine autobiografie in foto’s op Facebook geplaatst waarin je haar als een gogogirl aan het werk ziet. Het verleden is ook aanwezig. Ze stelt me voor aan een vriendin van haar, een collega gogogirl, die ze tot op deze zaterdag 18 jaar niet heeft gezien. Haar vriendin is een beetje uit de danswereld geraakt en vertelt dat ze nog maar drie keer per jaar uit gaat. ‘Met de hoogtijdagen, Pasen, Pinksteren en Kerstmis?’ Ik bedoel het niet eens flauw. Met al mijn dansfanatisme voel ik me een gogoboy. Google je op dat woord, dan is duidelijk dat de jaarlijkse conferentie van gogodancers de Gay Pride en de locatie de Canal Parade is. Jij bent een ‘animator’, zegt Tine, en dan is duidelijk dat we wat gemeen hebben. DJ Edwin Rutger draait al een tijd in de loungestijl, onnadrukkelijk maar daardoor uitnodigend op een ongekende manier, je hebt zo weinig nodig voor een ‘groove’, het begin van een dansbeweging, waardoor ik soms wel eens denk dat de suggestie voldoende is. Dat is ook het geheim van de syncope, de ontbrekende noot, die daardoor sterker wordt gevoeld. Op het programma staat hij vermeld als ‘Edwin Rutgers’ alsof het voorvoegsel ‘DJ’ niet nodig is. Een van de andere DJ’s heeft het voorvoegsel juist achter zijn naam geplaatst. De gemoedelijke keuvelsfeer heeft zich geïnstitutionaliseerd, dus er doet zich af en toe de noodzaak voor om de dansvloer af te bakenen. Dansers hebben Tanzraum nodig en die creëren we ook door de tussenruimte groter te maken. Met drie danspioniers merk je dat er een dansvloer ontstaat en wel in de vorm van een driehoek. Wordt deze iets te groot dan hebben de praters het idee dat er ruimte is vrijgekomen en gaat men in de driehoek staan, die inmiddels een geheel andere status heeft gekregen, tot de dansstad is gaan behoren, maar dat beseffen zij niet. Ik ben tegenwoordig zo doortastend dat ik ze daarop wijs. Af en toe zet ik grote passen, omdat de ondergrond van bakstenen vrij stroef is, wat inderdaad dan het effect heeft van een ambtenaar op weg naar zijn werk in the Ministry of Silly Walks. Ik herken de dansstijl van de gogogirls ook beter, vooral de pas-op-de-plaats, de freeze, die ik bij vorige edities van de Recycle Lounge associeerde met het feit dat zij ook zweminstructrice is, een crawlbeweging maar dan de hoogte in, maar nu snap ik dat de cage dance de sleutel is. De gogogirl heeft in de fameuze danskooi weinig ruimte om te bewegen terwijl de bewegingen duidelijk, gearticuleerd en aanstekelijk moeten zijn. Bij elke Recycle Lounge-editie komen er een paar Natarajees kijken. Het bijzondere van een ontmoeting met iemand die je goed kent van één plek en die je opeens ontmoet op een andere plek, is dat je de invloed van die andere omgeving sterk ondergaat, maar dan als een effect op de verschijning van die persoon. Het is me wel eens overkomen dat ik iemand met wie ik jarenlang wekelijks op de dansvloer stond, voor het eerst bij daglicht zag en haar toen zelfs nauwelijks herkende. Kunstlicht is al een vorm van cosmetica en er is meer gezichtsschaduw dan oogschaduw. Deze middag zag ik een vertrouwd gezicht van het Nataraj-feest dat heel scherp aftekende tegen de Pruisisch blauwe avondschemering. Ik kende haar gezicht van het clair-obscur van de dansvloer van Club Lite, wat haar hoofd nu een absurd scherpe contour gaf alsof het uit een andere achtergrond was gesneden. Zij had een vriendin meegenomen, die ik herkende als een oud-Natarajee die tot enkele jaren geleden nog regelmatig kwam maar sinds enige tijd bijna nooit meer, en die mij altijd negeerde, wat na verloop van tijd ook een soort van band oplevert. Ook deze nonband komt in vele variaties voor. Bij haar wist ik – vraag me niet hoe – dat ze wel van mijn bestaan op de hoogte was. Ze is het soort vrouw dat niet in de partymodus is maar in de ik-zoek-de-juiste-man-modus. Op een gegeven moment had ik haar naam opgevangen en heb ik haar in het Mirror Centre eens aangesproken en toen reageerde ze heel vriendelijk, zonder daar verder nog ooit een vervolg aan te geven. Het negeren ging onverstoord verder. Ik registreerde haar aanwezigheid sterker naarmate zij mij sterker negeerde. En dan hoor ik iemand, los hiervan, een prachtig zinnetje zeggen: ‘Terugdenken aan het nu’ (Jimmy). En zo kwam ik dan weer terug, terwijl ik mij eerst had weggedacht in de aanwezigheid (van deze L.). Helaas had ik DJ Justin die eerder die middag al had gedraaid, niet gehoord maar dat verzuim kon ik later ruimschoots inhalen. Vreemd dat ik mij niet had gerealiseerd dat deze DJ slechthorend was totdat iemand mij vertelde hoe bijzonder het is als een DJ slechthorend is. Ineens begreep ik ook dat wat ik voor een accent hield (van een dialect dat ik niet kende), daarmee te maken heeft. Hij spreekt met een net iets te duidelijk gearticuleerde klank die daardoor wat extra nadruk krijgt. Zijn muziek was verbazingwekkend sterk met een gestage opbouw, die ook gestaag bleef opbouwen terwijl je niet echt van een superlatief plateauniveau kunt spreken. Wat vaak gebeurt is dat een DJ zo heeft opgebouwd dat er geen hoger meer mogelijk is en er dus gas teruggenomen moet worden. In de set van DJ Justin lijkt de opbouw op een lithografie van M.C. Escher, ik bedoel Ascending and Descending, met een nooit eindigende trap die je maar omhoog blijft lopen zonder dat je een volgende verdieping komt. Zo bleef deze muziek ook opbouwen zonder dat er een zolderverdieping werd bereikt. De avond liep daarom ook maar uit en uit. Op een gegeven moment toen ik voelde dat mijn benen het begaven, keek ik hoe laat het was en ik noteerde het tijdstip: 01:10. De symmetrie valt me nu pas op. Dat was het juiste moment om weg te gaan. Ik kwantificeer even dat het zes uur dans betreft, en het grootste deel van die tijd op de muziek van DJ Edwin en vooral DJ Justin, die zich overigens Just DJ noemt. Tegen Jimmy een paar keer gezegd, uit enthousiasme, dat we van iets unieks getuige waren, een ‘wereldset’. Iemand zei me dat Just DJ de muziek vooral ook in zijn lijf voelt, letterlijk, de geluidsgolven die in zijn huid, onderhuids weefsel en diepere lagen binnendringt en dat terwijl de muziek niet te hard stond. Er lag ook een nieuwe vloer in de club, die overigens van de grote zaal een geheel maakt, ook meer aangekleed – een goede vloer maakt in mijn ogen meubels en een verdere stoffering overbodig. Sinds ik vloeren als mogelijke dansvloeren ben gaan bekijken, heb ik een vloeren-tic. De vloer die nu in de Recycle Lounge ligt, enigszins stroef maar egaal, vlak, is een dansvloer. De hele ruimtebeleving verandert erdoor, wat nog wordt versterkt doordat er een halve loungebank is weggehaald, waardoor de as van de hele ruimte is gedraaid, in de lengte is komen te liggen, zodat de dansvloer, aan het eind, nu ook de bühne is. Het werd een ‘natural party’, niet een waar het er dik bovenop ligt dat het een feest is, want er zijn grote namen, we hebben betaald, maar omgekeerd, we hoefden niets te betalen, het zijn beginnende DJ’s, maar het is een feest waarvan ik elke minuut heb opgezogen, in me opgenomen omdat het zo puur was. Ik zag een ‘beroemdheid’, Eunice Lieveld, de fotografe die ook workshops fotografie in de Recycle Lounge geeft, gekleed in een lange galajurk van glitterschubjes waardoor zij op een zwartrode zeemeermin leek. Ze werd op de dansvloer tantrisch gehugd en verdween zo uit het zicht. Ik heb nog even gedanst met iemand uit haar entourage, maar ze waren vooral barflies en een beetje verwaten, maar dat hoort erbij als je een verschil wilt aangeven tussen een ‘binnen’ (wie er bij hoort) en een ‘buiten’. Met de gastvrouw Moon gedanst die de kunst verstaat overal even te zijn en iedereen het gevoel te geven erbij te horen. Er was nog een andere ‘bekende’ kunstschilder waarvan het werk me deed denken aan dat van Peter Donkersloot die een paar jaar geleden een galerie had in de P.C. Hooftstraat. Bo Woody Winter maakt vergelijkbaar werk, niet van film- en popsterren, maar van fameuze jazzmusici en DJ’s. Hij heeft een extra visueel effect toegevoegd waarvoor je voor het schilderij langs moet lopen. Het deed me denken aan de ansichtkaarten met plastic ribbeltjes waarop twee verschillende afbeeldingen staan, die je ziet door de kaart een kwartslag te draaien, soms zie je hetzelfde figuurtje dat opeens een hand optilt. Blijf je de kaart op en neer bewegen dan kun je een beweging simuleren. De geschilderde hoofden van de DJ’s hebben een hoog Passie-gehalte. Ze doen me denken aan de lijdende/genietende Christus (de schaal is een glijdende en arbitraire). Het zal de concentratie zijn waarmee de DJ draait, de extase van de meester die de menigte bespeelt. Waarom heb ik daar moeite mee? Deze verering doet mij te veel denken aan de popwereld en de wereld van de klassieke muziek, waar het publiek zich verzamelt rond het podium. Voor mij heeft de house dance scene juist daarmee gebroken. De DJ en de danser vormen een nieuw soort eenheid. En dan vraag ik me af of ik dit zeg omdat ik een danser ben. Wil ik me belangrijker voordoen dan ik ben? Is het daarom dat ik een hekel heb aan de verduisterde ruimtes, onzichtbaar gemaakte dansers en de DJ in the spotlight? Ik kan er een filosofisch betoog bijhalen van een denker die erg in de mode is, Jean Rancière, met zijn The Emancipated Spectator, die kritiek uit op de tweedeling tussen actieve performer en passieve consument. Hij heeft het verder niet over de muziek- of danswereld maar de housewereld is wat ‘vorm’ betreft een stap vooruit in wat Rancière kritiseert aan de podiumkunsten waar aan de ene kant de Artiest staat, die autonoom is, zijn ding doet, terwijl er aan de andere kant het publiek amorf is, registreert en ‘geniet’. Het uitzonderlijke van de dance-wereld is dat deze traditionele scheiding wordt doorbroken, zoals theatermaker Antonin Artaud dat ook wilde met zijn ‘theater van de wreedheid’, waar de tegenstelling performer/publiek wordt opgeheven. De DJ-portretten gaan toch weer richting hagiografie, de stille aanbidding van de artistieke heilige, wat weer naar de oude theologie verwijst: ‘They are embodied allegories of inequality’ (Rancière, 12). In dit licht is het niet zonder betekenis dat Just DJ vanachter de boot foto’s en filmpjes van de dansers maakte, wat nog eens duidelijk maakt hoe de relatie ligt. De meeste artiesten zeggen wel dat het publiek belangrijk voor hen is, maar dat is meestal een gunst, in de housewereld gaat de gelijkwaardigheid dieper want die staat aan het begin. Recycle Lounge Gallery Club Night Party, zaterdag 28.09.2013, Zuiderzeeweg 44, Erik Rutgers, DJ Dray, Just DJ
Posted on: Wed, 02 Oct 2013 22:11:00 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015