islamofobie of een gezonde bezorgdheid Zaterdag had ik mijn - TopicsExpress



          

islamofobie of een gezonde bezorgdheid Zaterdag had ik mijn tweewekelijkse babbel met J.T, een vriend uit Gent. Op een gegeven moment sprak hij zijn angst uit voor een oprukkende islam, niet door een invasie maar door hun hoger geboortecijfer. Je zou van islamofobie kunnen gewagen maar die term heeft een omineuze connotatie: hij verwijst naar verwerpelijke uitspraken en handelingen. Wat nog maar eens aantoont hoe armzalig onze woordenschat kan zijn om neutraal en nuchter over bepaalde onderwerpen te spreken. Een fobie is een ziektebeeld waarvoor je eventueel in behandeling moet, en geen misdrijf: daarvoor zouden we beter termen gebruiken met ‘haat’ erin, zoals homohaat en moslimhaat. Dat geeft ook beter weer wat er precies misdadig aan is: het gaat om hatelijkheden versus mensen en niet zozeer ten overstaan van godsdienstige systemen. Want in mijn ogen is het perfect aanvaardbaar om deze laatste te verfoeien: kijk naar hun geschiedenis tot op de huidige dag en je merkt wat ze op hun geweten hebben. Maar mensen zijn mensen en die kan je terecht wijzen, doch ze haten lijkt me geen deugdelijk uitgangspunt. Ik heb geantwoord dat ik wantrouwig sta tegenover sommige moslims, maar omdat ik zelf zes jaren tussen de Gentse Turken heb gewoond, kan ik zeggen dat het meestal fatsoenlijke, hardwerkende en vriendelijke mensen zijn. Wat mij persoonlijk meer zorgen baart, is het probleem van de jongerenwerkloosheid, in het bijzonder in onze grote steden. Brussel steekt erboven uit met een 50% en dan gaat het vooral om jongeren van Noord-Afrikaanse of Zwart-Afrikaanse afkomst. Het is namelijk al jaren mijn diepste overtuiging dat fanatisme pas gevaarlijk wordt wanneer het kan gedijen op een voedingsbodem van uitsluiting, armoede en extreme ongelijkheid: dat is zo voor godsdienstig extremisme maar ook voor het politiek-ideologische. Islamhaters of vreemdelingenhaters zullen dan tegenwerpen: je bent weer aan het vergoelijken, je probeert het kwade weer te verklaren vanuit de sociale achtergrond. Inderdaad, dat laatste doe ik omdat het volgens mij noodzakelijk en onvermijdelijk is: ons gedrag wordt voor een groot deel bepaald door onze sociologische wortels, door de omgeving waarin we zijn opgegroeid. Nu wil ik de slachtoffers van de jeugdwerkloosheid niet bevestigen in hun slachtofferschap: je merkt reeds op de scholen een gebrek aan inzet of aan arbeidsethos. Dit is zeker geen exclusieve eigenschap van de betrokken bevolkingsgroepen: ik heb hetzelfde vastgesteld bij een aantal van mijn eigen leerlingen en die waren blank, katholiek opgevoed en ‘volbloed’ Vlamingen. De vraag die ons moet bezighouden is dan ook welke factoren deze demotivatie in de hand werken. Ik geloof niet in een erfelijke voorbeschiktheid in dit verband. We moeten eerder denken aan materiële omstandigheden en aan rolmodellen. Er zijn stimulerende accommodaties en ontmoedigende. Vandaag lees ik in de krant dat de jeugd in Cuba aan het ontsporen is precies om die reden: te weinig speelruimte, te weinig ruimte in huis om zich in de nodige rust af te zonderen voor de studie. En – voor de zoveelste keer – wijs ik op het belang van de rolmodellen, de geïntegreerde en de niet-geïntegreerde of zelfs misdadige die op straat te vinden zijn. Nogmaals herhaal ik dat iedere jongere die ondanks een diploma niet aan werk geraakt vanwege een exotisch uiterlijk of een vreemd klinkende naam, een voorbeeld is dat al onze integratie-inspanningen teniet kan doen. Hiermee heb ik mij beperkt tot ons eigen land of tot Europa: wat er in de moslimlanden zelf aan de gang is, daar laat ik me nu niet over uit vanwege de complexiteit en mijn eigen gebrek aan feitenkennis. Ik blijf geloven in een positieve evolutie langs wegen van geleidelijkheid en met vallen en opstaan en een terugslag af en toe. Mijn vriend zei dat zoiets er weinig toe doet: we ervaren deze wereld in ons eigen tijdperk en niet over honderd jaar. Of hij gelijk heeft, bespreek ik in een volgende tekst – als de inspiratie komt. Ik geef nu al mee dat ik hou van de Engelse uitdrukking: ‘I hope against hope’, ondanks alle tekenen om van te wanhopen, kies ik voor de hoop op beterschap. Maar zoals altijd zal de voorwaarde materieel zijn: eerst moeten de armoede en de meest extreme ongelijkheid de wereld uit. de haan 29 jul. 13
Posted on: Mon, 29 Jul 2013 06:43:50 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015