Salah Deel 41 Toen Kroes alles had gelezen keek hij me pas weer - TopicsExpress



          

Salah Deel 41 Toen Kroes alles had gelezen keek hij me pas weer aan. ”Dus jij zegt hierin dat jouw vader jouw moeder heeft vermoord… Voor jouw ogen…” Ik knikte stug. Ik had alles weer herleefd, ondanks dat ik het niet had opgelezen. Mijn ogen brandden weer van de pijn, het verlies van mijn moeder. Kroes gaf me nog een glas water. Ondertussen had ik met mijn knokkels tegen de leuningen van de stoelen zitten tikken. Ze zagen weer rood en deden pijn. ”En waarom heb je dit nog nooit eerder verteld? Weet iemand dit?” ”Ze weten dat ze weg is… Ze weten niet waar ze is gebleven. Mijn vader had haar als vermist opgegeven. Ze is sinds mijn zesde dus zoek… Niemand weet dat ze dood is. Ze is nog steeds opgeslagen in een dossier als ‘vermist’.” ”Waarom heb je dit nooit aan de politie verteld?” ”Omdat ik het me niet wil herinneren!” Barstte ik uit. Het ging zo hard dat Kroes en halve meter omhoog sprong uit zijn stoel. “Het doet me pijn! Het verscheurt me van binnen! Het vreet me op! En ik heb er zelf aan meegeholpen! Ik ben medeplichtig! Ik heb haar verbrand!” ”Je had geen idee! Je was een kind!” ”Dat neemt niet weg dat ik wegrot van binnen! Ik heb mijn moeder verbrand! Weet u wat dat betekent voor een moslim? Wij mogen niet verbrand worden! Wij moeten terug naar Allah zoals we gekomen zijn!” ”En sinds wanneer weet je dat? Wist je dat toen al? Weet een zesjarige dat het verbranden van een lijk illegaal is? Een zesjarige heeft niet eens een tijdsbesef! Hoe kon je dat weten wat goed was en wat slecht? Je geeft jezelf de schuld van dingen die je niet gedaan hebt! Het was jouw vader! Die man die nu TBS en dwangverpleging heeft! Hij was het Salah!” ”Ik…” Ik was gebroken! Ik kon niet meer! “Ik heb hulp nodig… Hulp.” Ik herinnerde mij de woorden van Jamila die ze tijdens de gym had gezegd. Ik wist nu wat ze bedoelde. Het kon niet langer zo doorgaan. Ze had niet voor niets haar mond gehouden. Ik moest er iets mee doen. ”En hoe wil je dat gaan doen?” ”Ik moet meer praten. Ik moet met u praten over… De dingen die u nog niet weet. De dingen die ik te afgrijselijk vind om over te praten, maar ik kan ze niet langer bij me houden, want ik ga eraan kapot! Kapot!” ”Dingen die ik nog niet weet? Hoe veel is dat dan?” ”Bijna alles. U weet nog niet eens een kwart! Waarschijnlijk vind u mij dan nog te weinig om tegen te praten, als u alles weet. Misselijkmakend, ziekelijk, rot!” ”Maar dat weet je niet. Goed, je komt volgende week en dan noem je alles op wat ik nog niet weet. We gaan elke sessie een ander onderwerp behandelen. Te beginnen met Jamila. Je moet me vertellen waarom je deed wat je deed.” Zo spraken we het af. Volgende week moest ik bij hem komen om te praten. Ik kon ervan op aan dat ik nu wekelijks of misschien wel vaker terug moest naar hem. Dat was ook de bedoeling. Ik moest hulp hebben. Ik had het nodig om mijn verleden te verwerken. De brief die ik aan Kroes had geschreven, stopte ik in mijn boekje. Dat boekje begon vol te raken. Ik moest binnenkort nog een andere halen. Misschien… misschien was het wel het beste om het aan Kroes te geven zodat hij het kon lezen. Dan hoefde ik niet alles te vertellen… Nee, ik moest het wel vertellen! Ik moest het! De gangen in het ziekenhuis waren zoals altijd druk bezet en daar, ergens tussen al die mensen, zag ik haar. Jamila. Ze liep met haar sjaal hoog om haar nek gesloten door de gang. Ze kwam bij een dokter vandaan. Waarschijnlijk ging het over haal keel. Safira was bij haar en nog iemand. Hij had dezelfde mond en neus als Jamila. Dan was hij waarschijnlijk haar broer. Abdel heette hij toch? Oh help! Als hij mij zag was ik dood… Jamila Deel 42 Thuis werden ze op de hoogte gesteld van mijn keel. Natuurlijk moest ik van mijn moeder meteen naar het ziekenhuis toen ze erachter kwam. Maandagmiddag ging ik dus naar een dokter die ernaar zou kijken. Bah! Er zouden vast weer vragen naar me geslingerd worden terwijl ik totaal geen zin had om er ook maar één te beantwoorden! Met Safira en Abdel ging ik naar het ziekenhuis. Er werd daar gekeken naar mijn keel, mijn hals en nek. ”En hoe komt u hieraan?” Vroeg deze dokter met rood haar en een even zo rode baard. ”Wat denkt u? Ik ben bij mijn strot gepakt en die is dichtgeknepen! Kunt u dat zelf niet bedenken?” ”En wie heeft dit gedaan?” Drie mensen keken mij nu aan, wachtend op het antwoord dat ik ging geven. Ik op mijn beurt, gooide mijn kont tegen de krib. ”Zina. En verder gaat het u niets aan. Mag ik u nu vragen of alles goed is met mij keel en wanneer die plekken weg zijn?” ”Nee er is niets mis met je keel. Je hebt een flinke klap gehad, maar het heelt vanzelf. Die plekken zullen nog wel een tijdje blijven. Doe voorzichtig aan.” Ik wilde juist aanlopen toen Safira nog een vraag had. ”Maar waarom zijn die plekken sinds vorige week veel donkerder geworden? Dat zou toch af moeten nemen?” ”Omdat jouw vriendin gelukkig nog leeft. Bij een dode zouden de striemen niet donkerder worden, maar als iemand blijft leven gebeurt dat wel.” Met een diepe zucht draaide ik mij om en liep de gang op. Genoeg gehad! Vragen, adviezen, allemaal onzin! Ik was al lang blij dat ik daar weg was, dus ik had geen zin om op te letten wie er allemaal nog meer rondliep hier. Safira wel. ”Kijk eens wie we daar hebben!” Liet ze me met spottende toon in haar stem weten terwijl ze de andere kant op knikte. Help, wat deed hij hier? Als Abdel erachter kwam dat het Salah was, dan werd er een moord gepleegd. ”Ja en?” Vroeg ik bokkig. Abdel keek me kwaad aan. ”Je mag best iets vriendelijker tegen haar doen. Zij is tenslotte degene die jou heeft geholpen toen jij gewurgd werd door die ‘Zina’! Wie is die gast eigenlijk? Ik dacht dat het een vent was.” ”Het is ook een vent! Begrijp me nu gewoon, hij heeft andere hulp nodig dan een agent. Abdel, je kent hem niet…” ”Maar jij ook niet!” Riep Safira dwars door mij woorden. “Als je hem zo goed kende, dan had je wel geweten dat hij je ging vermoorden! Tsss, ik heb het gehad met jouw en dat hele Zina-gedoe! Ik ben weg!” Kwaad liep Safira richting de trappen en spurtte die af. Abdel ging natuurlijk meteen achter haar aan. Ik stapte met een groot schuldgevoel de lift in. Het was ook geen wonder dat Salah achter mij was aangekomen. Ik zei geen woord. Ook niet toen hij me iets vroeg. Pas toen hij zijn hand op mijn schouder legde gilde ik het uit. ”Raak me niet aan!” ”Ik wil mijn excuses aanbieden.” ”Tfoe hé! Je excuses aanbieden? Daar ben je te laat mee Salah! Ik, en ook de rest van de wereld, hebben er meer aan dat jij een bezoekje aan Kroes pleegt! Dat is de énige reden waarom ik niet naar de politie stap! Laat me met rust! Je verziekt mijn leven!” Even van zijn stuk gebracht keek hij me aan. ”Hoe weet jij dat Kroes mijn psych is? Heb je met hem gepraat?” ”Nee Salah, dat heb ik niet. Ik heb je beloofd dat ik zou wachten tot jij me alles zou vertellen, maar zoals nu weer blijkt vertrouw je mij niet! En weet je, het interesseert me niet eens meer!” Loog ik erachteraan. Ik wilde niets liever dan dat hij me de waarheid zou vertellen, zijn grote geheim, zijn verhaal dat zo afschuwelijk zou zijn. Het verhaal waardoor ik, naar zijn zeggen, hem nooit meer aan zou kunnen kijken zonder te kotsen. De bel van de lift liet me weten dat we beneden waren. Salah bleef nog tegen me praten, en ik beet mijn lippen stuk om niets terug te zeggen. Buiten stonden Abdel en Safira op mij te wachten. Toen Safira zag dat Salah tegen mij praatte schudde ze haar hoofd. Abdel scheen dat niet te merken. ”Kom, we gaan.” ”Moet je niet even afscheid nemen van je vriend?” Vroeg Abdel die Salah achter mij aan zag lopen. ”Hij is geen vriend van mij. Niet meer in ieder geval.” Antwoordde ik koud. Zonder om te kijken vervolgde ik mijn weg naar de auto van mijn broer. Safira was gelukkig weer bijgedraaid. Mijn schoonzusje. Jamila Deel 43 Safira ging mee naar ons huis. Mijn moeder had erop gerekend dat ze zou blijven eten, dus er was geen ontkomen aan. Ik vond het gezellig dat Safira bleef. Na alles opgeruimd te hebben, gingen Safira en ik naar mijn kamer. Ze bleef slapen, zei ze. Mij best. Misschien droomde ik dan niet zo raar over Salah. De laatste week had ik niets dan nachtmerries gehad. ”Jamila heb jij dat nummer van Snow Patrol op je pc staan?” Vroeg Safira me toen we plaats hadden genomen op bed. ”Nog niet. Ik kan hem wel downloaden.” Ik opende mijn computer. Eerst keek ik even of ik mail had, maar dat was niet het geval. Op limewire zocht ik het lied op en luisterde het vervolgens samen met Safira. ”Gaaf nummer hè! Oh ik kan hier uren naar luisteren! Brengt me helemaal tot rust.” Zuchtte ze tevreden terwijl ze zich uitstrekte op mijn bed. ”Rust! Pfff ja ik wou dat ik dat had!” Mopperde ik. ”Dat kan ook wel, zodra hij maar weg is.” Ze doelde op Salah, had ik wel begrepen. “Jamila ik snap niet dat je heb in bescherming neemt.” ”Goed dan Safira, ik zal je alles uitleggen. Beloof me eerst dat je hier geen woord over rept! Met niemand!” Ze beloofde het plechtig met haar hand op haar hart gedrukt. Vervolgens ging ze recht zitten en spitste haar oren. ”Ik weet dingen over Salah. Dingen waardoor ik weet dat hij er zelf niets aan kan doen dat hij is zoals hij is. Ik heb hem gezegd dat hij naar Kroes moet gaan.” ”Kroes? Bedoel je jouw buurman? Maar dat is toch een psych? Oh… Wil jij zeggen dat Kroes de psych is van Salah?” Ik knikte. Ik stond op uit mijn bureaustoel en haalde het schriftje over Salah uit mijn lade. Safira las het aandachtig door. Verwonderd vroeg ze me hoe ik erbij was gekomen om dit allemaal op te schrijven. Dat wat mij allemaal was opgevallen. En dat ik me nog steeds voor hem interesseerde. Ze begreep nu ook waarom ik hem niet aangaf. Salah had inderdaad hulp nodig. Safira en ik lieten het onderwerp Salah rusten. Ik had me maandenlang met hem bezig gehouden, maar ik had er nu geen zin meer in. Hij moest het verder zelf uitzoeken. Als een ander zich eraan wilde wagen, was dat fijn voor hem, maar ik hield mijn handen ervan af. Ik ging mijn hand niet op een brandende kookplaat leggen. Ik had nu gezien wat er gebeurde als je met vuur speelde. Dit vertelde ik ook tegen Safira die nu opgelucht adem kon halen. Tegen half twaalf deed ik het licht uit en kroop diep over de wol. ’s Ochtends wachtte ik op Safira die al eerder wakker was geworden dan ik. De douche was bezet. Mijn broer liep in zijn shorts en badjas de trap af om alvast iets te gaan eten. Ja, ’s ochtends moest je hier niet zijn als je niet tegen drukte kon. Het ging hier altijd tekeer als een oordeel! Spitsuur! Toen Safira klaar was met douchen ging ik. Daarna gingen we samen beneden een ontbijtje pakken. ”Goedemorgen, mijn lieve moedertje!” Groette ik mijn moeder met een kus. Ik deed dat elke ochtend. Mijn moeder groeten met een kus. In de bus kwamen we Naoual en Simone weer tegen, samen met de twee SWA gasten. Pfff wat moesten zij nu? Zij waren helemaal achterlijk. Alle vier trouwens. Safira en ik gingen zitten rappen over hun. Gewoon een achterlijke slecht rijmende tekst verzinnen die nergens op sloeg. Aan hun gezichten zag ik gewoon dat ze laaiend op me waren. Net goed! Op school viel het Kuipers op dat Safira en ik verdraaid weinig zeiden tegen Salah. Ook was onze routine veranderd. Safira zat tussen Salah en mij in. Ze wilde me tegen hem beschermen, wist ik. Misschien was het ook maar beter zo, een beetje verwijderd van Salah. ”Wat is dat nu? Gaat de tortelduifjes niet meer naast elkaar zitten?” Gierde Simone tegen me toen ze onze interessante tafelschikking zag. ”Moet Salah je niet meer?” Begon Naoual nu. Met haar korte rokje en diepe decolleté ging ze voor Salah staan. “Zo schat, nu ben je weer vrij. Nu is het mijn beurt.” Salah keek nu benauwd om zich heen, even naar Safira, daarna naar mij. Stilletjes zonder verder iets te laten merken beet ik mijn kaken op elkaar er draaide mijn hoofd naar het beeldscherm voor mij. ”Oh, zij moet jou niet meer! Nou, het zal niet aan je te korte snikkel liggen, hoop ik. Vertel me, heb je vanavond iets te doen?” Hijgde ze weer. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe ze zich voor zijn neus in allerlei verleidelijke standjes plooide. Zomaar op tafel! Bokkig hield ik mijn hoofd stijf op mijn beeld gericht. ”Rot op.” Hoorde ik Salah tegen haar zeggen. Zijn stem was nu precies hetzelfde als toen hij mij bij mijn keel nam. Dit ging verkeerd lopen, maar ik kon niets doen. Punt een kon ik het niet, punt twee durfde ik niet… Salah deel 44 Safira ging tussen mij en Jamila in zitten. Aan de ene kant was ik opgelucht. Aan de andere kant betekende dit dat ze echt niets meer met me van doen wilde hebben. ”Wat is dat nu? Gaat de tortelduifjes niet meer naast elkaar zitten?” Ah nee, daar begon dat gezeik weer met die twee kippen! Na de opmerking van Simone kreeg ik Naoual op mijn dak. Ik haatte dat mens! ”Moet Salah je niet meer?” Was het maar waar! Ik zou dolgraag te tijd terugdraaien! Zij praatte niet meer tegen mij! Hoewel ik het eigenlijk niet wilde toegeven, deed het me pijn. “Zo schat, nu ben je weer vrij. Nu is het mijn beurt.” Even draaide ik mijn hoofd naar Safira en Jamila. Ze ging me echt niet helpen deze keer. Sterker nog, ze deed alsof ze niets zag! Godverdomme! Altíjd had ze toch gezegd! Ze zou me altijd helpen! Niet een keer of twee of alleen als het goed ging… Altijd had ze beloofd! Waarom liet ze me dan stikken? Goed, ik stond er nu dus echt alleen voor! Precies zoals eerst… Een leeg gevoel overspoelde me. ”Oh, zij moet jou niet meer! Nou, het zal niet aan je te korte snikkel liggen, hoop ik. Vertel me, heb je vanavond iets te doen?” Oh nee dit ging fout! Met volle kracht beet ik mijn kaken op elkaar en probeerde aan iets te denken, ver van hier. ”Rot op.” Perste ik uit mijn strot. Snel schoof ik met mijn stoel naar achteren. Ik had beter kunnen blijven zitten. Naoual wist niet van ophouden. ”Och Salah toch, ben je bang van me?” Met haar vingertoppen ging ze over mijn gezicht via mijn hals over mijn buik naar beneden tot aan mijn riem. Het was zijn hand die ik voelde. Zijn hand die mij overal wilde aanraken. Mijn vaders hand die me betastte zoals toen… ”Ewa Zine…” Ik flipte. ”Sodemieter op zeg ik je!” Riep ik woest terwijl ik haar pols vastgreep en wegdraaide. Er knakte iets in mijn hand en op dat moment schreeuwde Naoual het uit van de pijn. Abrupt liet ik los. Alle ogen waren op mij gericht. Ook kwam Kuipers op dat moment binnen. Goed, ik was nu genaaid. ”Wat is hier gaande?” Vroeg hij streng. ”Hij brak mijn pols! Hij heeft hem gebroken!” Wees Naoual paniekerig naar mij. Haar pols die nu inderdaad dik en blauw aan het worden was, hing slapjes naar beneden te bengelen. ”Je vroeg erom!” Verweerde ik, maar ik wist dat ik het nu ging verliezen. Ik had mijn handen thuis moeten houden! Verdomme! Waarom kon ze me ook altijd zo naaien? Waarom had ze dat woord dan ook gezegd? ”Je moet je poten thuis houden! Vuile aanrander!” Simone en Naoual begonnen als twee kippen tegen me tekeer te gaan tot er niets meer van te verstaan was. ”STILTE!” Riep Kuipers er dwars doorheen. “Salah je begrijpt dat dit consequenties heeft…” Dreigde hij. ”Meneer… Als ik even iets mag zeggen…” Hoorde ik een zacht, hees stemmetje zeggen. Jamila? Kuipers knikte dat wilde zeggen dat Jamila mocht spreken. ”Naoual vroeg er inderdaad om. Ze intimideerde hem. Niet alleen mondeling, maar ze raakte hem ook aan zoals het niet hoort. Tussen zijn benen, als ik het zo onbeleefd mag uitdrukken… Salah verweerde zich enkel.” ”Klopt dat Salah?” Vroeg Kuipers mij nu weer. Ik knikte, nog steeds niet bevattend wat Jamila zojuist had gezegd. Dát ze het had gezegd! Ze hielp me inderdaad! Ze liet me niet in de steek! Oh ik kon wel een gat in de lucht springen van opluchting en blijdschap! ”Jij vuile, vieze…” Begon Naoual te schelden. ”Ja, vuile, vieze wat? Wie kan hier nu niet met haar poten van een ander afblijven? Kijk toch eens naar jezelf, Naoual!” Spotte Jamila. ”Dames, dames! Kom, laten we het rustig houden!” Probeerde Kuipers deze onenigheid te beëindigen. Het haalde niet veel uit. Naoual begon weer te dreigen. ”Meisje ik ga jou zo laten pakken! Jij zult eraan geloven! Ik beloof het je!” ”Láten pakken ja! Zal moeilijk gaan als je ‘t zelf moest doen, vooral met één hand!” Om zich heen slaand werd Naoual afgevoerd naar buiten. Nog steeds gespannen als een veer ging ik weer zitten. Safira ging weer naast mij zitten en ging samen met Jamila typen. Ze zeiden geen van beiden geen woord meer tegen. Goed, ze zei niets meer tegen me, maar ze liet me ook niet in de problemen komen. Hoewel ik Jamila ongelofelijk dankbaar was, durfde ik haar niet aan te spreken. Ik durfde haar niet eens te bedanken! Ik voelde me rot, de hele dag. Ik wilde niets liever dan haar bedanken en met haat praten, maar mijn angst hield me tegen. Ik was bang om weer zo’n uitbarsting te krijgen waarbij ik haar bijna vermoordde. Salah Deel 45 Nu ik eerlijk was geweest tegen Kroes en ook echt wilde praten, ging het beter. Het ging niet beter met mij, maar de gesprekken gingen beter. Ik had ook echt een opgelucht gevoel na elk gesprek, al waren die dan behoorlijk gecompliceerd. Ik had verwacht dat Kroes zijn begrip in mij zou verliezen als ik hem de echte waarheid vertelde, maar zijn begrip werd juist groter. Ik schreef telkens op wat ik mij herinnerde. Ik schreef op waarover ik wilde praten, wat me dwars zat. Nou, dat was een hele waslijst. Ik begon over de tijd dat mijn moeder er nog was. ”Mijn moeder… Mijn moeder was het liefste mens dat ik in mijn hele leven heb gekend. Haar beeld, ik kan het me nog zo goed herinneren. Elk lijntje, elke vouw, elke vorm van haar lichaam en gezicht… Ik kan me alles nog herinneren. Als ik bij haar op schoot zat, mocht ik altijd met haar haar spelen. Ze had zulk mooi haar. Donkerbruin, golvend haar dat tot halverwege haar rug hing. Het glansde zo mooi en er zat geen enkel dood puntje aan. En mijn moeders ogen… Ze had precies dezelfde ogen als die ik nu heb. Hele lichtblauwe ogen die me altijd lief aankeken. Altijd… Mijn moeder hield van mij. De liefde die ze in haar hart voelde, werd weerspiegeld in haar ogen. Door mijn moeder, wist ik gewoon dat ik gewenst was. En mijn moeders mond waarmee ze altijd versjes voor me opzei, of liedjes zong. Geen slaap kindje slaap - liedje, maar een zelf verzonnen liedje met oprechte woorden van liefde. Haar mooie stem… En de handen die mij dan vast hielden tot ik in slaap was gedommeld. Mijn moeders handen. Ze waren zo mooi en zo zacht… Toen mijn zusje werd geboren was ik drie. Ik herinner mij nog mijn moeders bolle buik. Ik kon toen een hele tijd niet op haar schoot zitten, maar ik mocht wel tegen haar aan komen zitten op de bank. Ik mocht dan naar de buik luisteren en eraan voelen. Ik wist dat daar mijn zusje erin zat. ”Luister Salah, als de buik van mama nu dik genoeg is, dat gaat de baby eruit komen. Ik laat het jou dan wel weten. Je moet dan zeggen: ‘Kom maar baby! Kom er maar uit!’ En dan komt de baby eruit.” In de tijd toen mijn zusje geboren was zag ik mijn moeder vaak huilen. Toen begon alles, maar ik wist niet wat er begon. Ik was nog te klein om het te bevatten. Nu pas weet ik wat er dan verkeerd ging. Ik weet nog, nu ik het allemaal ophaal uit mijn gedachten, wat er gebeurde. Ik was aan het spelen, met blokken en autootjes. Ik zat daar op mijn wollen mat waar ik altijd op werd gezet als mijn zusje gevoed moest worden. Mijn moeder ging dan naar de kamer van mij en mijn zusje in de schommelstoel zitten om mijn zusje borstvoeding te geven. Ze was dan altijd naakt, want dat moest van mijn vader. Mijn moeder zat dan in de schommelstoel, en mijn vader ging tegenover haar zitten op een andere stoel. Hij zat zich daar af te trekken! Hij trok zich af terwijl hij naar mijn moeder en mijn zusje keek! Zieke geest! Mijn moeder huilde dan altijd. Als mijn vader dan weg was, probeerde ik mijn moeder altijd te troosten, al wist ik niet waarom ze huilde. Ik dacht, als een driejarige, dat dat volkomen normaal was… Als ik het toch eens had geweten! ”Mama waarom huilt u?” Vroeg ik dan onwetend. Haar antwoord was dan dat het pijn deed. Ik dacht dat mijn zusje haar pijn deed, dat ze beet. Ik zei mijn zusje dan altijd dat ze zachtjes moest doen, omdat mama huilde. Mijn moeder toverde dan altijd een lach op haar gezicht. Nu weet ik dat het een lach uit verdriet was, zoals je ook wel eens kunt huilen van geluk… De lach van mijn moeder… Een lach van verdriet…” En je wilt zeggen dat dit echt is gebeurd? Heeft jouw vader…?” Vroeg Kroes me toen ik dit met rode ogen voor hem had voorgelezen. ”Ja, het is echt gebeurd… Ik herinnerde het me nu pas weer, nu ik eraan terugdacht. Nu pas weet ik ook dat het niet klopt. Ik wist het niet… Verdomme ik wist het niet!” Viel ik uit. ”Natuurlijk wist je dat toen nog niet… Je was drie jaar oud. Weet jouw zusje dit?” ”Nee! En dat moet ook zo blijven!” ”Dat begrijp ik. En wat voel je nu je je dit weer herinnerd hebt en nu je weet dat het niet goed is?” ”Haat! Alleen maar haat! Ik haat mijn vader!”
Posted on: Thu, 27 Jun 2013 13:01:14 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015