‘Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ (Gouden Feest Sjef - TopicsExpress



          

‘Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ (Gouden Feest Sjef en Richard) door pater Sjef van Laarhoven. Biezenmortel, 25 augustus 2013. 1Kor12 Marcus 10,42-45 Beste mensen, u maakt het allemaal ook wel eens mee. Je gaat boodschappen doen in de supermarkt. Je pakt je karretje en je zoekt je eigen weg. Het personeel is druk bezig met vakken vullen, en ook de filiaalmanager keurt je amper een blik waardig. Hij is immers de baas. Meer dan een ‘Goede morgen mijnheer/mevrouw’ kan er niet af. Heel anders gaat het er aan toe, als je een gewone winkel binnengaat. Zodra het belletje geklonken heeft, komt de eigenaar (of een betrokken medewerker) naar je toe en vraagt: ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ Met zo’n ontvangst krijg je meteen het gevoel van: ‘de klant is koning’. De eigenaar laat je merken, dat hij er is om je van dienst te zijn, hoewel hij de baas en de eigenaar van de winkel is. Een soort omgekeerde wereld. Het is deze houding van: ‘waarmee kan ik je van dienst zijn’ die Jezus ook vraagt van zijn apostelen met beelden van die tijd. Na een ruzie over wie de belangrijkste onder hen is, zegt hij tot hen: ‘Wie van jullie de eerste en de belangrijkste wil zijn, zal de anderen van dienst moeten zijn’. Het is ook deze gedachtegang, die op St Franciscus (de inspirator van de Kapucijnen) een grote indruk gemaakt heeft. Hij noemde zichzelf en zijn gezellen ‘de minder(e) broeders’, en over de verhouding tussen onderdanen en oversten schrijft hij, dat de broeders met hun oversten moeten omgaan als heren met hun dienaars. ‘Je medemens van dienst zijn’ is ook het ideaal, waar Richard en ik 50 jaar geleden voor gekozen hebben in de manier, waarop wij als kapucijn geleefd en gefunctioneerd hebben. In deze overweging wil ik een poging doen u te laten delen in onze motivatie en opstelling als kapucijn: als leidinggevende op pastoraal en diaconaal gebied ten opzichte van allen die wij op onze levensweg ontmoet hebben. 1. Onze motivatie Beste mensen, als je wilt leven vanuit het idee ‘waar mee kan ik u van dienst zijn’ dan moet je allereerst, evenals St. Franciscus, beseffen, dat je als schepsel midden tussen de andere schepselen staat. In zijn zonnelied (het zal straks gezongen worden) spreekt Franciscus over ‘broeder zon en zuster maan’: broeder en zuster als schepsel op een lijn met de mens. Je bent maar een klein deel van de schepping waarin je mag leven. Niet jij bent de baas hier, maar dat is God die alles geschapen heeft. Voor de instandhouding van die schepping mag je je steentje bijdragen. Je moet er bescheiden en respectvol mee om gaan. Je moet je dienstbaar weten aan het grote geheel. De tweede voorwaarde om anderen van dienst te zijn is het besef dat je ook in de Kerk slechts een bescheiden plaats kunt in nemen op pastoraal en diaconaal gebied. In de Kerk is er slechts één die het voor het zeggen heeft en dat is het hoofd: Christus, alle anderen zijn ledematen met hun stérke en zwákke kanten. Wie meer wil doen als hij kan, mislukt. ‘Wie op zijn handen wil lopen zal op zijn snufferd vallen’ zongen de Mortelnootjes zo juist. Het beseffen van je kleinheid en beperktheid is het juiste fundament om je dienstbaar op te stellen in Kerk en maatschappij. 2. Inleven en meeleven Beste mensen, als je in dienst wilt staan van de ander, dan moet je allereerst goed luisteren niet alleen naar wat hij zegt, maar ook naar waar hij mee bezig is en wat hij ervaart: je moet jezelf in zijn gevoelens en situatie proberen te verplaatsen. Alleen dan kun je iets voor hem betekenen. St. Franciscus formuleerde het zo: ‘Gelukkig de mens die zijn naaste in al zijn broosheid draagt, zoals hijzelf gedragen zou willen worden’. Het betekent dat je jezelf moet proberen in te leven in de situatie van iemand die pas iets bijzonders heeft ervaren: iemand die te horen heeft gekregen dat hij kanker onder de leden heeft; iemand wiens huwelijk op de klippen dreigt te lopen; of in de situatie van iemand, die weliswaar door eigen schuld, voor een aantal jaren de cel in moet. Door jezelf zo in te leven in andermans gevoelens, verander je van een functionaris in een mens, die zijn medemens van dienst wil zijn en hem wil helpen boven die rot situatie uit te komen. Dan heb je geen behoefte meer om een ander te berispen of hem een veeg uit de pan mee te geven. Welzijn en geluk kunnen belangrijker worden dan regeltjes. Je steunt hem een goede toekomst op te bouwen, ook al heb je bedenkingen over de morele kant van zijn doen en laten. Eenzelfde open houding probeer je ook aan te nemen tegenover de positieve kwaliteiten van de ander. Door zelf dingen te doen die de ander even goed of misschien beter kan, misken je zijn kwaliteiten en gedraag je jezelf niet als zijn mindere, maar - onterecht - als zijn meerdere. Je bent hem dan niet van dienst maar tot last. Je maakt jezelf dan ook belachelijk. Ook hierin was het liedje van de Mortelnootjes overduidelijk. 3. Gemeenschappelijke besluitvorming Beste mensen, inlevingsvermogen en respect voor de ander monden uit in een voorkeur voor gemeenschappelijke besluitvorming. Want als je respect hebt voor de positieve inbreng van de ander, dan wil je dat zijn mening meegewogen wordt bij belangrijke beslissingen. Als je bereid bent te luisteren, dan heb je geen behoefte om te domineren, maar je stelt je dan juist op als de ontvangende mindere. In een open gedachtewisseling spelen niet gezagsverhoudingen een rol, maar argumenten die met de zaak te maken hebben. Vanuit de sociologie weten wij bovendien dat een besluit van bescheiden en beperkte omvang dat door overleg tot stand gekomen is, beter beklijft, dan een verregaand besluit dat tot stand gekomen is op basis van gezag. En aan deze mentaliteit schort het vaak in onze Kerk. In 2002 schreef Mgr. J. Bluyssen: ‘De Kerkleiding slaagt er niet in om het overleg met de gelovigen gestalte te geven, en haar visie overtuigend te verwoorden en te verantwoorden. Vaak komt men niet verder dan een beroep op de eigen kerkelijke autoriteit. Dat tast dan, paradoxaal genoeg, juist haar gezag aan’*). En helaas moet ik er aan toe voegen, dat de situatie in 2013 niet verbeterd is, eerder het tegendeel. Deze houding staat veraf van het principe ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn ‘, dat Jezus richtte tot alle apostelen, hun opvolgers en allen die hun beleid handen en voeten geven. We kunnen iets leren van Paus Franciscus. Hij straalt eenvoud en dienstbaarheid uit. Hij noemt zichzelf geen paus maar heel gewoon: bisschop van Rome. En we hopen en bidden dat zijn houding en mentaliteit een weldadige invloed zal hebben op alle kerkleiders. Tot slot: vragen over de toekomst Beste mensen, de laatste tijd krijgen Br Richard en ik veel vragen over de toekomst. Met deze vragen en de antwoorden wil ik deze overweging afsluiten. Een veelgestelde vraag: ‘Heeft het christelijk gedachtegoed nog toekomst in onze tijd?’ Ons antwoord daarop is een volmondig ‘ja’, want de boodschap van het evangelie is ván en vóór alle tijden. Een andere vraag: Zal onze Kerk in dat proces nog een rol spelen?’ Ons antwoord is ‘ja’ op voorwaarde dat de Kerk meer nadruk legt op haar evangelische waarden dan op haar huisregels, die in het verleden geformuleerd zijn. Ook al hebben ze in het verleden misschien goed gefunctioneerd, ook hier geldt het principe: resultaten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. De laatste vraag die vaak gesteld wordt: Br Richard, P. Sjef, u heeft uw keuze gemaakt 50 jaar geleden, toen de Kerk in de lift naar boven zat; nu zit Ze in de lift naar beneden. Hoe voelt u zich nu?’ Het antwoord is het gedichtje dat achter op de kaft van uw boekje staat en dat ik ter afsluiting wil voorlezen: De bemanning, Gods grondpersoneel, - de apostelen ooit en wij nu - bevaart het schip (der Kerk). Wij zijn ooit scheep gegaan op stille zee, dachten we en geloof leek ons zo’n rustige levensverzekering. Nu met tegenwind en telkens als het stormt zitten wij onzeker met onszelf opgescheept. Maar zie, midden in de storm is er Iemand die slaapt en weet: pas als ons vertrouwen ontwaakt gaat de storm liggen. Amen Citaat: Jan Bluyssen & Gerard Rooijakkers, God verborgen en nabij, Anthos 2002 blz 354
Posted on: Tue, 27 Aug 2013 16:19:49 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015